Maureen Ghazal – een taal die woordeloos is

niets van dit alles vormt enige belasting

niet mijn bekken en spieren geen bindweefsel

niet de zenuwen die beklemd zijn

niet het vlees en de handen die schrijven

ik sluit mijn ogen zoals ik doe wanneer ik ga slapen

vingers drukken zachtjes op sacrale wervels

er doemt een taal op die woordeloos is

ze rekt zich uit tot ik niet meer om haar heen kan

behoedzaam tast ik haar af

een zandvlakte strekt zich uit tot aan de horizon

ik leg mijn hand op het zand

plaats mijn andere hand op mijn hart

boven de vlakte ademt de lucht uit en trilt 

mijn eigen ademhaling daalt af naar mijn buik

een windvlaag legt me languit op de grond

zandkorrels schuren oude huid af

rond mij ligt een pijnlichaam in huidschilfers

mijn bekken zakt langzaam weg in de aarde

daarna mijn schouders en kuiten mijn hielen

mijn achterhoofd wordt zwaarder

ik droom over een lichaam dat naar huis fietst