Nele Buyst – Err

Nulmeting

In een uitgeputte wereld,
tijdens een drijfnatte angstige nacht leg ik
mijn lichaam langs de lat.

Op een schaal van 0 tot 12,
hoe voel ik me nu?

Antwoorden worden berekend
door algoritmes
in opeengepakte wolken boven me.

Zij kennen mijn inspanning
in verhouding tot impact.

Ik bengel onderaan een nerveuze curve,
samen met mijn peers.

Hoeveel zekerheden heb ik vandaag
aan bodemprijzen gekocht, hoeveel hypotheek
kan ik nemen op een verre honger
voorspeld voor het winterseizoen?

Niemand kan de stolp uitkijken,
alleen zij. 

Al mijn challenges worden
in oorsuizen omgezet. Matrixen
wijzen de weg op cellulair niveau.
Lifestream is mainstream.

Ik vraag het haastig: hack
mijn lichaam, bid tot de productiedrang:
drijf haar output op.

Vandaag maar 42 stappen gezet,
dat wil zeggen: zittend
al mijn menselijk kapitaal verbrand.

 

 

Korst, cobalt

Je wil het een naam geven
maar het schiet alle kanten op:
aandacht, geld, kinderen, seizoenen, data,
waar ken ik je toch van?

Je kan dagen aan het raam staan,
kleverig staren naar sociaal weefsel,
onevenwichtig leunend tegen verdeelde
stedelijke ruimte. 

Teddy was hier.
Teddy is weg.

Je zoekt schuwe patronen, leert regels uit het hoofd.
Willekeur is regel, niemand wil wisselgeld.

De eerste aardlaag is fashionably polished vandaag.
“Classic Blue” may be Pantone’s 2020 Color of the Year,
but blues of all variations will be big, like this can’t-miss cobalt.

Je hongert naar kleur, mist de kolkende beweging,
een tumult van ledematen, monden en haren.
Krioelen in kantines, glijden langs het oppervlak
of krassen.

Lucht neemt de vorm van je longen aan.
als je hard genoeg zuigt, plooit de rest van de omgeving
misschien net zo.

Lichtheid smeekt om tegenwicht,
hangt over je riem, bonst in het achterhoofd,
kritisch en aanwezig als een moeder.

Betekenissen besmetten,
je kan niet zomaar naast elkaar gaan staan,
met dit licht neem je de kleur van je omgeving aan.

Het moet bewezen worden, maar elk geloof is welkom:
zorgt de blauwe kamer voor sneller herstel?

 

 

MANTEL, mediocre

Overmacht is baas. Onontkoombaar
als een klimaat.

Ik houd mijn businessmodel aan
wanneer ik in de spiegel kijk. Grenzen
liggen buiten me aan scherven.

Een beetje grootgebrachte collectiviteit
woont in de voorstad nu. Mental change
is het onbestaande eiland.

Maar droom verder.
Links of rechts?

Mijn vleesgeworden verlangens infiltreren de stad
als forens, consument. Besmetten gretig
wanneer ze er de benen spreiden. 

Zoemend als wifi over de sporen van de ondergrondse.
Drijvend op een bucketlist van gedroomde tekorten

voeren ze een klopjacht,
gezwollen aderen langs de slapen.

Hun mental state is wild en buit.
Makkelijk te vatten want.

Hard- en software zijn één: mijn lichaam.
Verlangens vlakker dan schermen
waarop mijn gepixelde dromen verschijnen. 

Niemand is gebaat bij de dwang van eerlijkheid.
Nog het minst de kleverige randen van de voorstad
waar collectiviteit zich herhaalt.

Bespaar op details. Pas je behandeling aan volgens wat werkt
voor het gros van de domeinen.

Wie houdt zijn vinger op mijn playlist?
Zet weken lang één nummer op nummer één?

 

 

 

KERN, kwaal

Wanneer ik hier eindelijk heb gelegen in vier
standen die allemaal aanvaardbaar
een slaap, een soort slaap verbeelden

schreeuwen geautomatiseerde merels me uit bed,
eksters, fuut, kluut. Alsof ik ze ken.
Er is geen ochtendzon in zicht, plus
wat hebben zij met mijn ritme te maken?

Scheermesscherp tekent zich een grauwe dag
tegen de spiegel af. Grove motorische bewegingen
kijken terug naar dit instapmodel
van een vrouw. Vooruit, achteruit. 

Ik ben economie en moeder,
maar economie eerst dommie.

Apps met inspirational quotes vragen om bevestiging
van menselijkheid. Geef je ze ongelijk?

Scheppingsdrang en vernielzucht komen samen aan de koffie.
Je kan eten met verbrande tong, maar niet proeven.

Het dagelijkse leven begraaft overschotten
van gestorven dieren in mij,
ziet stoffige revolutionairen in roosters verdwijnen.

De tafel aanraken, de leuning van de stoel aanraken.
Wanneer adrenaline, dopamine,
en al mijn andere vrienden zijn uitgewerkt,
komt de klap. 

De lobby moet opstaan nu, met de vuisten op tafel slaan,
een gevecht uit het keuzemenu aangaan.

 

 

KERN, kuur

Je ziet ze vechten in slo-mo.
Dit park houdt mensen in de ban van exoten,
aangevlogen als Tai Chi. 

Vleugels en kleuren verbazen,
we gaan op de knieën en voeden hen nootjes,

prevelen gebeden, van: ‘hier leven geen natuurlijke vijanden’
tot: ‘je kan geen wereldburger zijn’, ‘nee’.

Buren nemen een time-out om strategieën te beleggen.
‘Co-existentie is geen term van toepassing op mensen.’

‘Hier wandelen dagelijks vreemden voorbij.’
We staren, eten nootjes. ‘En er zijn al zoveel doden.’

‘Choose your battles’ wordt gepreveld.
Vanavond verwachten we storm en nucleaire regen.

Met trage bewegingen vliegen kleren voorbij.

Je hebt je headphones aan en hoort steeds
stemmen inbreken. Voor elk gevecht een manual online.

Meditatieve stemmen bezweren:
‘Je kan krijgskunsten gebruiken en je weren.

Herkennen wat zich binnen en buiten je bevindt.
Invasieven kneden, ombuigen, incorporeren.’