Een avant-garde zonder status

In 2012 zette een groep ongedocumenteerden, die om uiteenlopende redenen niet kunnen worden uitgezet naar het land waar ze vandaan komen, maar ook nooit het formele recht hebben gekregen om in Nederland te verblijven, een tentenkamp neer op een plek waarvan de naam onwaarschijnlijk toepasselijk is: de Notweg in Amsterdam. (1) Dit was het begin van een inmiddels bijna vier jaar durend protest genaamd ‘Wij Zijn Hier’ of ‘We Are Here’. Nadat de gemeente het tentenkamp binnen twee maanden had ontruimd trok de groep met hulp van krakers en vrijwilligers een leegstaand kerkgebouw binnen, dat bekend kwam te staan als de Vluchtkerk.

Dit vormde het begin van een lange reeks tijdelijke behuizingen die steeds opnieuw werden betrokken en ontruimd, en die tegelijkertijd als woonruimte dienden en als uitvalsbasis voor de langdurige politieke demonstratie die We Are Here is. Rond We Are Here zijn inmiddels hele netwerken van Nederlandse vrijwilligers opgezet die de groep helpen met overleven, en steunen in hun acties. Donateurs – van voedsel, spullen en geld – ondersteunen de groep in hun dagelijkse bestaan, krakers helpen bij het vinden van nieuwe onderkomens, weer anderen ondersteunen de groep juridisch, politiek, en praktisch.

Een van de instituten die rond We Are Here is gevormd is de organisatie Here to Support, opgericht door Savannah Koolen en Elke Uitentuis, die vanaf het begin als vrijwilliger intensief betrokken waren bij de groep. Here to Support groeide uit tot een platform dat diverse projecten faciliteerde die het protest inhoudelijk ondersteunen, waaronder de We Are Here Academy en een aantal politiek-culturele projecten, zoals de theatervoorstelling Labyrinth in het Amsterdamse theater Frascati en het kookboek Wij Zijn Hier, wij koken hier. Veel van de projecten koppelen een intellectuele of artistieke analyse aan een concrete vorm van protest, of aan het verbeteren van de structurele voorwaarden ervoor. Op de We Are Here Academy bijvoorbeeld geven academici les aan mensen die geen formeel recht op onderwijs in Nederland hebben. Maar er is geen wet die het mensen verbiedt om samen in een zaaltje naar een uiteenzetting over een relevant onderwerp te luisteren, of die het academici verbiedt om certificaten op te stellen waarop staat dat iemand zich een paar maanden in een onderwerp heeft verdiept, al gaat het dan niet om wettelijk erkende diploma’s. Labyrinth was een succesvolle voorstelling waarin de acteurs, allen leden van We Are Here, elk een rol aannamen binnen de martelkamer van het Nederlandse asielbeleid: onbetrouwbare tolk, ongeïnteresseerde immigratie-ambtenaar, advocaat, ambassadeur, politie, cipier, zwerver, enzovoort. Het publiek wordt een vluchtverhaal afgenomen, voor onbepaalde tijd in detentie gehouden, gedwongen aan een uitzetting mee te werken die mislukt omdat er geen laissez passer wordt afgegeven, komt op straat terecht, wordt opgepakt, en is na een uur – na jaren – weer terug bij af.

In Esthetiek van de singulariteit stelt Frederic Jameson dat de avantgarde verleden tijd is, en stelt hij als nieuwe emblematische artistieke figuur de curator voor: iemand die als een soort bricoleur ‘singuliere’, tijdelijke artistieke evenementen bij elkaar sprokkelt uit uiteenlopende, onvergelijkbare disciplines, genres en oeuvres. Het idee voor het gesprek met Here to Support ontstond toen ik Elke Uitentuis op een dag hoorde verzuchten dat Here to Support zo vaak te maken krijgt met voorstellen van kunstenaars om ‘iets met vluchtelingen’ te doen. Veel van deze voorstellen blijken echter te vaag om werkelijk mee te kunnen werken. De leden van We Are Here passen bij uitstek in de landloze toestand waar Jameson het politieke gedeelte van zijn essay mee afsluit. Kennelijk werpt deze benarde positie criteria op, waardoor de groep met sommige artistieke uitingen wel, en met andere niet iets kan. Vanuit de kunstwereld gezien heeft We Are Here daarmee een functie die lijkt op die van de curator. Die gedachte werd in het gesprek ondersteund door, bijvoorbeeld, een uitspraak van We Are Here-lid Yoonis Osman: ‘Het protest kan in een kunstinstelling plaatsvinden, of op straat, of op een voetbalveld, het kan een muziekgroep zijn, het kan in een keuken zijn, in een restaurant. Het hangt ervan af wie je doelgroep is.’ Ook Jamesons nadruk op volatiliteit, het momentane, het feit dat in de postmoderniteit alles slechts voor het moment mag bestaan (hij spreekt van ‘reductie tot het heden’ en ‘reductie tot het lichaam’) lijkt bij uitstek van toepassing op de situatie van We Are Here, een groep van mensen die vooral bezig is met overleven van dag tot dag en daartoe, meer dan wie ook, gedwongen wordt tot onophoudelijke improvisatie.

Toch laten bij nadere beschouwing We Are Here en Here to Support juist de beperkingen van Jamesons theorie zien. Jamesons misschien iets te handige grondgedachte, dat in de postmoderniteit ruimte in alle opzichten belangrijker is geworden dan tijd, past slecht op We Are Here. Zeker, de beweging wijst al met haar naam op een plek – ‘hier’ – maar juist dat Wij Hier Zijn hoeft niet bevochten te worden. Het is gewoon een feit. Hoe misdadig de asielwetgeving ook mag zijn in veel Europese landen, het is mensen nog steeds niet verboden om plaats in te nemen, om te bestaan. Datgene waar We Are Here voor strijdt, blijkt dan ook juist tijd te zijn: bestendigheid, het recht op vóórt-bestaan.

Bestendigheid [sustainability] bleek een sleutelterm in het gesprek, met zeker drie verschillende, maar in elkaar overvloeiende betekenissen. In de eerste plaats gaat het om de bestendigheid van het menselijk leven: de activisten van We Are Here strijden ervoor om überhaupt te mogen werken, geld te verdienen, voor de vrijheid zelf de voorwaarden te mogen scheppen om persoonlijk te kunnen overleven. In de tweede plaats gaat het om het verwerven van perspectief in projecten met een langere adem. Werken aan een groot, langdurig project geeft de activist een concreet doel voorbij de dagelijkse noodtoestand. Ten derde is het doel van We Are Here de bestendige aanpassing van de wet zelf, en daarmee ook de verandering van de wereld. De drie betekenissen lopen in elkaar over, en zo omvat het begrip bestendigheid ook het begrippenpaar ‘crisis’ en ‘horizon’, een andere vaste as in het gesprek. De crisis (dagelijkse strijd) kan alleen worden opgelost door het werken naar een horizon (verandering van de wet), maar langdurige projecten zijn daarin een wezenlijk middel – die in hun langdurigheid zelf al een belangrijk deel van de oplossing voor de crisis vormen, doordat ze überhaupt concrete perspectieven en ruimte om te groeien bieden. Het activisme van We Are Here is daarmee fundamenteel temporeel. (2)

Het woord ‘horizon’ suggereert dat We Are Here wel degelijk een avant-garde vormt. En als je avant-garde opvat als een collectief dat een radicale breuk in de wereld wil forceren, is dat gewoon waar. We Are Here en de bijbehorende We Are Here Cooperative (de naam voor het collectief van alle betrokkenen, zowel vluchtelingen als anderen, bij de acties die Here to Support co-produceert) hebben zowel politiek als artistiek een sterke avant-gardestatus. Politiek gezien is het treffend hoeveel thema’s je uit een klassiek werk van het leninisme als Wat te doen? kunt terugvinden bij We Are Here: het overstijgen van het kortetermijndenken van de spontaniteit en het ‘economisme’, de nadruk op een horizon en op politieke theorievorming (de We Are Here Academy is óók in belangrijke mate een politieke school), sowieso het aangaan van een verbond tussen theoretici en het revolutionaire subject zelf (in eerdere tijden het proletariaat, nu de mens zonder formele status) en het belang van propaganda. In het gesprek bleek dat er zelfs nu ideeën binnen We Are Here leven om een partij op te richten. Alleen het pièce de résistance van het leninisme – de overname van staatsmacht – ontbreekt. Maar We Are Here richt zich wel degelijk tegen de staatsstructuur, vormt zelfs een aanklacht tegen de structuur van het hedendaagse internationale stelsel van staten als zodanig. Daarmee opereert We Are Here simpelweg voorbij de horizon van Jamesons analyse. Voor Jameson maakt het geglobaliseerde kapitalisme alle avant-gardes onmogelijk. Maar We Are Here is precies een aanklacht tegen de geglobaliseerde staatsordes zelf, spijkerhard en concreet op een manier die de ‘programmaloze’ pleinrevoltes à la Occupy nooit hebben kunnen vormgeven.

Deze avant-gardistische aanspraak wordt door We Are Here nergens zo uitgesproken: de activisten kunnen uitstekend zonder beladen historische termen. Maar ze verklaart wel de gretigheid waarmee de kunstwereld vluchtelingen omarmt. De hedendaagse kunstwereld herinnert zich maar al te goed de belofte die zij de wereld ooit, een eeuw geleden, heeft gedaan: haar van de grond af opnieuw in te richten. In de West-Europese landen is deze belofte, vooral na de oorlog, inmiddels compleet geïnstitutionaliseerd en deel van de wereld zelf geworden. De ongedocumenteerde asielzoeker representeert, bijna als enige figuur nog, de fundamentele onhoudbaarheid van juist die wereld waar ook de kunstinstituten nu van afhangen. Wil de kunst dus maatschappelijk relevant zijn en kritisch, dan is samenwerking met vluchtelingen bijna een verplicht nummer. Maar het blijkt voor instituten een nagenoeg onmogelijke uitdaging om zulke samenwerking serieus vorm te geven. We Are Here, We Are Here Cooperative en Here to Support dwingen bij instituten veranderingen af in de manier van zakendoen die totaal ingaan tegen wat zij altijd als hun publieke taak hebben gezien: het verschaffen van een podium aan ‘vooraanstaande stemmen’. We Are Here maakt duidelijk dat de belangrijke stem soms juist de stem met de geringste status is, en het culturele en academische bestel is pijnlijk slecht op deze waarheid ingericht. Het grondprobleem is hier het scheppen van gelijkwaardigheid tussen wie in een land een officiële status mag claimen, en wie niet eens het recht heeft om zijn of haar dag fatsoenlijk door te komen. De ongedocumenteerde vluchteling heeft vrijwel nergens recht op: hoe kan hij of zij dan überhaupt aanspraak op wat dan ook maken?

Dit probleem houdt heel We Are Here en alle organisaties eromheen in de greep. Ook bij helpende vrijwilligers ligt immers constant een soort hulpverleningslogica op de loer, een ongelijkwaardig dualisme van helper-geholpene. De grote, wezenlijk moeilijke vraag is: kan iemand iemand anders helpen autonoom te worden? Ook als de hele wereld erop is ingericht dat tegen te werken? Deze vraag houdt Here to Support, een formele organisatie met werknemers die een informele organisatie steunt, grondig bezig. In het gesprek nam dit probleem vaak de vorm aan van een andere sleutelterm: eigenaarschap [ownership], die een onophoudelijk verschuivende betekenis bleek te hebben, een symptoom van de complexiteit van de kwestie. Eigenaarschap kan doodgewoon gaan om de mogelijkheid om iets met een project te verdienen, wat voor vluchtelingen zonder status zo moeilijk mogelijk gemaakt wordt. Maar het kan ook gaan om de vraag of je een bepaald project persoonlijk (met je eigen naam) of institutioneel (met de klinkende namen van beroemde medewerkers) kunt opeisen: een logica van eigenaarschap die de kunstwereld domineert. Hiertegenover staat het model voor eigenaarschap van de We Are Here Cooperative: niemand is eigenaar van een project, behalve de Cooperative als geheel.

Eigenaarschap slaat dan ook op de inspiratie en energie die alleen een collectief gedragen project aan de gelijkwaardige deelnemers kan bieden. Tenslotte blijkt, net als bij de bestendigheid, eigenaarschap ook te kunnen gaan om het perspectief dat een project biedt in termen van ontwikkeling en groei, het feit dat je ervan kunt leren, dat het je horizon verbreedt. Eigenaarschap voor wie niets mag hebben: dat is de tegenspraak die We Are Here nu al bijna vier jaar, met verbluffende, zeg maar gerust heroïsche bestendigheid bewoont.

 

Savannah Koolen, Yoonis Osman & Samuel Vriezen

IEDEREEN BLEEK ERGENS GOED IN

Een vraaggesprek met Yoonis Osman (We Are Here),
Savannah Koolen (Here to Support), op 24 mei 2016.
De voertaal was het Engels.

 

1 Verhalen

 

nY Laten we met jullie verhaal beginnen. Hoe zijn jullie betrokken geraakt bij We Are Here?

YO Ik kom uit Somalië. Ik woon al twaalf jaar in Nederland, waar ik asiel zoek. Ik ben in 2012 bij We Are Here gekomen, vanaf het begin bij de Notweg. We zijn allemaal in dezelfde situatie en wat we hebben willen doen, is vragen stellen bij wat er met ons gebeurt, en het veranderen.

nY We Are Here en Here to Support hebben veel met kunstenaars gewerkt. Had je al artistieke ervaring voor je naar Nederland kwam?

YO Nee. Ik deed geen artistiek werk in Somalië, dat is onmogelijk. Door nauw met Savannah en Elke samen te werken vond ik mezelf, kon ik mezelf ervaren, dingen zien die ik eerder niet in mezelf zag. Ik had nooit gedacht dat ik voor een groot publiek zou spreken, dat ik visueel werk zou doen, dat ik dingen zou maken. In mijn hart ben ik erg dankbaar dat ik Savannah en Elke heb ontmoet. Ik begon de potentie te zien, en zij zagen die in mij, en ze pushten me. Soms twijfel ik aan mezelf, maar toch, als ik het een eerste keer heb kunnen doen dan kan het ook een tweede keer.

SK Ik begon met mijn artistieke carrière op de dansacademie als balletstudent, maar toen ik twintig jaar was moest ik ophouden om medische redenen. Toen ging ik naar de universiteit waar ik een MA deed in kunstbeleid. Tegelijk deed ik veel productiewerk bij artistieke projecten, festivals, en educatie binnen de danswereld. Ik was ook politiek betrokken als lid van DWARS, de jongerenorganisatie van GroenLinks. Ik was lange tijd de voorzitter van de campagnecommissie, en ik voerde lang campagne voor LGBT-rechten. En toen kwam ik terecht bij We Are Here. Een vriendin van me woonde dichtbij het tentenkamp, en ze zei, je moet komen helpen. Later was ik zes maanden lang elke dag in de Vluchtkerk, en daar leerde ik Osman en Elke kennen. Na zes maanden crisismanagement dachten Elke en ik, misschien kunnen we deze beweging beter helpen dan vanuit crisisperspectief, want dat gaat hen op lange termijn niet helpen. We hebben een organisatie nodig die kan fungeren als rechtspersoon om fondsen mee te werven voor grotere projecten, en ook om onze eigen projecten op te starten. Hoe kunnen we met de groep projecten opstarten? Hoe kunnen we projecten ontwikkelen die uitgaan van het verhaal van de groep zelf? Politieke projecten, of artistieke projecten, of educatieve projecten. Dit werd Here to Support. Het idee was dat We Are Here hulp nodig heeft voor de horizon, niet voor de crisis.


2 Projecten

 

SK In de vluchtkerk kwamen er veel mensen langs met hun eigen projecten, waar ze We Are Here bij wilden betrekken. Kunstenaars, of cultureel producenten, journalisten, met hun eigen idee over wat de groep nodig heeft, eigenlijk zochten ze marionetten voor hun idee of opvoering of presentatie of project. Het kwam maar weinig voor dat er een kunstenaar langskwam die zei, wat willen jullie eigenlijk doen? Dat gesprek vond gewoon niet plaats. We Are Here bestaat uit mensen die in een superkwetsbare toestand zitten, die bijna volstrekt zonder rechten leven, maar ze kunnen geen eigendom claimen binnen een project als je ze alleen maar op die manier bekijkt. Het heeft ons trouwens veel tijd gekost om een andere manier te vinden om projecten op te zetten. Dat is erg moeilijk.

YO Ik kan me een paar incidenten herinneren. Al bij de Notweg was er die man, hoe heet hij ook weer, Teun, Toon, die kwam langs met een project met een mobiele telefoon en die gaf hij aan de mensen van de Notweg. Mensen die in Nederland wonen en die problemen hadden konden dan naar de Notweg bellen. Stel je hebt een probleem met je vriendin, maar wat weet jij nou over problemen? Dan bel je de Notweg, want dat zijn de mensen die iets van problemen weten.

SK Dat heette crisisconsult.nl. Hij kwam gewoon langs, gaf zijn telefoons af, en ging weer weg. Hij haalde de kranten want daar ging het natuurlijk om, maar het interesseerde hem niet wat ermee gebeurde. Dat is nogal pijnlijk, want die gast geeft overal presentaties over zijn project, het is een gimmick. Maar je kunt mensen niet in zo’n situatie achterlaten.

YO Dat soort dingen gebeurt vaak. Ook toen de mensen de Vluchtkerk moesten verlaten en niemand wist waar ze heen moesten, kwam er een man met een verhaal over een karavaan. We zouden caravans maken, en we zouden in die caravans wonen, en van plek naar plek trekken door heel Nederland. En iedereen had zoiets van, wat? Zijn we nu toeristen of zo?

nY Waren er ook projecten die wel zinvol waren?

SK Er was er één, een afstudeerproject van Gerjanne van Gink. Dat project heette Salon des Refusés. Ze gebruikte oud hout dat door mensen was weggegooid, en samen met de mensen van de Vluchtkerk maakte ze er meubels van. Die meubels weerspiegelden ook hun situatie, omdat ze van geweigerd hout zijn gemaakt. Het was een goed concept, en het was een goed project omdat de mensen het zich eigen konden maken. Ze zagen het echt als hun praktijk om meubels te maken, en ze konden de meubels verkopen.

YO Ja, ik zag er een in bij een Nederlands gezin thuis, en er zat een sticker op met een naam. Als ze het stuk verkochten was er een etiket met de naam van de maker, ‘Made by…’

nY Maar ze hadden zeker niet het recht om meubels te verkopen, toch, of om te werken voor geld?

SK Nee. Dit was een studieproject, en ze zocht het al doende uit, het was haar afstudeerproject voor de bachelorsfase van haar studie. Mensen in de Vluchtkerk werden steeds door al die journalisten in beeld gebracht als mensen die in een ellendige toestand verkeren, maar er was niemand die vroeg, ‘Wat is jouw talent, wat kun je doen?’ Zij was een van de eersten die gewoon kwam, materiaal meebracht, een werkplaats inrichtte, en toen iets ging maken met de mensen van de Vluchtkerk, en zo liet ze zien dat die mensen over talenten beschikken en iets kunnen. Kunstenaars kunnen dingen op een andere manier laten zien, en volgens mij probeerde zij dat juist te doen. Ik vond dat heel erg moedig.

YO En de mensen deden het samen, snap je. Al die mensen die stoelen stonden te maken waren er echt goed in, het waren timmerlieden, mensen die iets kunnen maken. En ze hadden er veel plezier in, vanaf de eerste dag tot het einde.

nY Hoe lang duurde het?

YO Een paar maanden.

nY Had het langer kunnen duren?

SK Het project werd niet opgevolgd, ook omdat het verkopen van meubilair moeilijk is. Je wilt eigenlijk dat mensen in zo’n kwetsbare situatie er wat geld mee kunnen verdienen. De eerste meubelstukken werden bij een veiling verkocht, en dat werkte omdat de kunstenaar na afloop het geld gewoon aan de mensen kon geven die de stukken gemaakt hadden. Maar dat kun je niet op lange termijn volhouden, want als kunstenaar moet je je verantwoorden voor de belastingdienst, en het geld dat ze van de veiling kreeg, doneerde ze gewoon direct aan de mensen. Voor een keertje kun je zoiets doen.

nY Ze kon dat zeker doen omdat ze een student was, en nog geen professioneel kunstenaar. Dus het economische systeem dwingt je om dit soort dingen alleen op korte termijn te doen? Had iemand anders het project kunnen overnemen?

SK Als je ongedocumenteerden in dienst neemt, riskeer je een boete. Maar als het binnen een kunstproject gebeurt, en eenmalig is, dan vindt niemand het erg. Op lange termijn ging het niet, ze riskeerde een boete en ze was maar een beginnend kunstenaar-designer. Bij Here to Support hebben we het ook overwogen, maar ook voor ons is het moeilijk omdat we boetes kunnen krijgen als werkgever.

nY Dus het is een behulpzaam project, maar juist het feit dat het niet lang kan doorgaan is wat het überhaupt mogelijk maakt. Is dat een algemene eigenschap van kunstprojecten die wel werken?

YO Er was ook de We Are Here Band. Een paar mensen hadden die opgericht, die zongen en speelden graag en zo. En ze werden ook uitgenodigd om in Paradiso (3) te spelen, en daar hebben ze twee of drie keer gespeeld.

SK Het waren een paar leden van We Are Here, die al musici waren in het land waar ze vandaan kwamen, en ook bij de Notweg waren ze al muziek aan het maken met een oude gitaar. En toen was er in de Vluchtkerk een vrijwilliger die ook bij Paradiso werkte en die zei, weet je wat, hier moeten we iets mee doen. Ze vond een Nederlandse bandleider die veel projecten had gedaan in Afrika, die vond weer nog wat Nederlandse musici, en zo vormden ze de We Are Here Band. Dus het was een formatie van Nederlandse musici en mensen van We Are Here. Die kwamen voornamelijk van de Ivoorkust en Guinee, maar er zat ook een Soedanees in, het was erg gemengd. Ze speelden in de grote zaal van Paradiso. Toen probeerden ze uit te zoeken hoe ze dit bestendig konden maken, maar de advocaten zeiden dat het niet kon. Opnieuw: ze mogen geen geld verdienen en als iemand ze vraagt om te komen spelen dan riskeren ze een boete. Maar er zit een maas in de belastingwet voor beginnende bands, dertien weken lang hoef je geen belasting te betalen, en mag je overal spelen. Dus zeiden de advocaten, voor het moment is er geen probleem, maar je kunt het niet bestendig maken, dan riskeer je de werkgeversboete. Voor Paradiso was dat geen bezwaar. Die zeiden, wij kunnen dat risico wel nemen, wij zijn een grote organisatie. Maar de We Are Here Band wilde geld kunnen verdienen met hun optredens, en als je maar een paar podia hebt die het risico aandurven, dan is dat niet genoeg.


3 Bestendigheid

nY Dus hoe proberen jullie dingen bestendig te maken?

SK Normaliter denken mensen in We Are Here alleen maar: wat kan ik vandaag eten, waar kan ik vannacht slapen? Here to Support kan langetermijnprojecten opzetten en langetermijnsamenwerkingen met kunstenaars aangaan, strategische langetermijndoelen formuleren, samen met de groep. Zo zijn we bijvoorbeeld al een jaar aan het werk voor een evenement, een forum, dat volgend jaar gaat plaatsvinden, dus dat is in totaal twee jaar werk. Het forum zal de vluchtelingencollectieven van Hamburg, Berlijn, Brussel en Amsterdam en misschien dat van Hannover met elkaar verbinden, en dat zal leiden tot een bestendige samenwerking tussen vluchtelingencollectieven in Europa. We willen dat dit evenement er komt, maar er ons ook van verzekeren dat er na het evenement nog iets is om mee door te gaan.

nY Dus nu betekent bestendigheid niet dat je geld verdient zodat mensen kunnen leven, maar dat je iets op de lange termijn hebt om naartoe te werken?

YO Juist. En om naar uit te zien.

SK Dat is de horizon, van een politieke beweging of een sociale beweging. Maar ook het overleven heeft onderzoek nodig, langetermijnonderzoek naar hoe je de wet verandert. Die verander je niet door de hele tijd maar projecten te doen die niet kunnen voortbestaan. We veranderen de wet door onderzoek te doen, mensen te vinden, een lobby op te zetten die effectief is. Dat is ook de horizon. Als je de hele tijd maar in de crisis zit kun je de wet niet veranderen. Want dan is het de hele tijd maar…
YO Noodtoestand.

nY Hoe zien de mensen in We Are Here dit, dat werken richting een horizon? Kan iedereen dat als een bestendige zaak zien?

YO Ze leren, ze hebben echt geleerd om het te zien. Eerst ging het alleen over noodgevallen, over onderdak en dat soort dingen. En toen kwam Here to Support en zei, dit is het probleem, dit probleem moeten we begrijpen, we moeten meer onderzoek doen naar dit probleem. En wanneer je het begrijpt, kun je buiten de kaders denken, en dat leren we nu echt. Maar het gaat maar om een kleine groep.

nY Er is dus ook een grotere groep die het moeilijk vindt om zo te denken?

YO Mensen doen hun eigen dingen. Sommigen verkopen de daklozenkrant en doen van alles… in die zin zijn ze ook bezig met overleven. Maar je hebt maar een kleine groep nodig om de anderen te beïnvloeden, en dat gebeurt ook. Je kunt gewoon niet verwachten dat driehonderd mensen aan de horizon gaan werken. Wat dat betreft is iedereen totaal anders.

4 Verandering

SK Voor sommige mensen gaat het allemaal te langzaam. Neem nou het kookboek. Het idee was dat we een product konden maken dat de mensen zelf konden verkopen, op straat of bij een evenement of iets in die trant, en dat ze er wat geld mee kunnen verdienen. Het is een kookboek met vluchtelingenrecepten. Geen boek met authentieke recepten uit Ethiopië en Somalië, het gaat om het voedsel dat ze nu maken in hun overlevingstoestand. En het is gemaakt door fotografen, ontwerpers, en leden van We Are Here die samen een product maken: het kookboek. Het volgt hetzelfde businessmodel als de daklozenkrant. Here to Support verkoopt het boek aan de leden van We Are Here voor een lage prijs, en ze nemen het mee naar huis en vinden dan plekken waar ze het boek kunnen verkopen binnen hun eigen netwerk, of ze kunnen evenementen organiseren, aar isook een budget voor, en bij die evenementen kunnen ze het verkopen. Zo worden ze zelf ondernemers, wij verkopen hen gewoon die boeken, en we houden ons niet bezig met wat ze ermee doen. En zij verkopen ze door en maken winst. Maar toen we verheldering vroegen over regels en beleid bij het UWV (4) kregen we geen antwoord. Op advies van onze advocaten is het project nu stilgelegd omdat we eerst langs de rechter moeten om antwoorden te krijgen. Dit zijn ontzettend lange procedures, maar wij willen deze doorlopen om juridische problemen te voorkomen. Dus duurt het nu langer dan we hadden verwacht, bijna een jaar langer, en voor de mensen die in het project betrokken waren is dat erg moeilijk, want ze hadden gehoopt dat ze er wat geld mee konden verdienen, en de boeken liggen hier maar in het kantoor. We hadden ze best die boeken kunnen geven, en waarschijnlijk had de arbeidsinspectie er niet op gelet. Maar we hebben gekozen alles juridisch zorgvuldig te doen. De wet en het beleid zijn immers ook het hart van de zaak. Je ziet dat we projecten willen opzetten die verder gaan dan het maken van statements. We hadden er makkelijk voor kunnen zorgen dat dit kookboek in elke keuken in Amsterdam of Nederland terecht zou komen. Maar we hebben het kookboek gemaakt omdat we zowel hun levensomstandigheden wilden verbeteren via de winst die ze ermee konden maken, als een product wilden maken van een mooie kwaliteit, dat ook artistiek gezien aantrekkelijk zou zijn. En om de grenzen van de wet te verkennen. Uiteindelijk is de verruiming van die wet het doel van het protest van We Are Here.

nY Dus met dit kookboek gebruik je de elementen van de crisis om de horizon te verbreden. Maar de mensen zijn gefrustreerd omdat het zo lang duurt. Dus hoe werkt dat? Is er nu spanning om het project?

YO In het begin was het iets nieuws, en iedereen zei, oké, dit is geweldig, maar toen koelden ze gewoon af.

nY En de mensen in We Are Here zijn zich bewust van de juridische problemen?

YO Zeker, soms heb ik de tijd om het toe te lichten, en ik probeer te doen wat ik kan om het inzichtelijk te maken. Sommigen zeggen dan, oké, als het zo zit, dan is dat het wachten waard.


5 Eigenaarschap

nY Here to Support is een formele organisatie met betaalde werknemers, dat zijn jij en Elke. Jullie doen dit in dienst van mensen die zichzelf niet kunnen onderhouden, die het verboden is om zichzelf in leven te houden. Hoe gaat dat in zijn werk?

YO Het belangrijkste is gelijkheid. Ik werk nauw samen met Savannah en Elke en dat doen veel leden van We Are Here. Er zijn altijd wel fondsen, we kunnen altijd wel een manier vinden om uitbetaald te worden, zelfs al mag dat niet, er is altijd een manier, je kunt een cadeau krijgen, een VVV-bon, en die kun je dan bij iemand ruilen tegen echt geld. Of je gaat naar de winkel en je koopt kleren en dergelijke.

SK Maar echt gelijk is dat niet, toch?

YO Echt gelijk is het niet, maar voor mij – is het beter dan niets. Want je hebt toch niets te doen. Je kunt gewoon niks doen, de hele dag niet, er is geen structuur, er is helemaal niets als je in dit niemandsland zit.

nY Op welke manier voel je dat je mede-eigenaar bent van de projecten?

YO Om voor mezelf te spreken, zolang ik kan werken met Savannah en Elke en veel andere mensen op hetzelfde niveau en we kunnen samen dingen doen en ik kan dingen leren, dan is dat voor mij meer dan genoeg. En dat kun je eigenaarschap noemen als je wilt, maar voor mij is de samenwerking en het leren het belangrijkste.

nY Die bieden perspectief, en het perspectief is je eigenaarschap?

YO Ja.

SK Binnen Here to Support hebben Elke en ik besloten om nooit onze eigen naam te gebruiken bij wat we doen. We werken alleen als Here to Support. Het is dus nooit ‘Savannah Koolen in samenwerking met We Are Here.’ Dus als mensen me uitnodigen om ergens te komen spreken, dan kom ik nooit zonder dat er iemand van We Are Here bij is. Dat vereist een behoorlijke inspanning, want in deze wereld draait alles om je eigen carrière, je eigen naam, je eigen merk. En toen besloten we dat als je samenwerkt met mensen die niet kunnen of mogen bestaan in deze samenleving, dat je dan rond hen geen persoonlijke carrière kunt opbouwen. Zo begonnen we ook met de We Are Here Cooperative. Dat is een coöperatief waarbij niemand de projecten bezit, alleen de coöperatief zelf. Dus als we een project beginnen als coöperatief, zoals bijvoorbeeld het theaterstuk Labyrinth, dan vragen we een student om het decor van het stuk te maken en het toneelbeeld te ontwerpen, en Osman schrijft het script, en ik doe de productie, enzovoort. We hadden ook een beroemde Duitse regisseur. Gewoonlijk staat zijn naam heel groot op de posters, maar nu was het alleen de We Are Here Cooperative met Labyrinth. Daardoor wordt iedereen die eraan werkt mede-eigenaar, en kan niemand er zijn eigen voordeel mee doen.

nY Voelt iedereen in We Are Here zich betrokken bij het werk van de Cooperative?

YO Als je bij een project betrokken bent, dan doe je eraan mee. Labyrinth was tweeëntwintig leden van We Are Here, we zijn met tweehonderdvijftig – het gaat allemaal om wie er iets wil doen. Het gaat niet van, oké, we hebben de toestemming van driehonderd man nodig, zo werkt het niet. Eerder is het: als je iets wilt doen, dan is hier een platform voor je.

nY Zijn de mensen die aan Labyrinth meededen ook de mensen die meer interesse tonen voor de politieke theorie, voor de horizon?

SK Ja, en zij zijn ook het meest actief binnen de We Are Here Academy. Maar de groep verandert steeds van samenstelling. Trouwens, ik denk dat veel leden van We Are Here die geen deel van onze projecten vormen ook eigenaar zijn van de projecten. Dat zie je vaak bij presentaties, dat de mensen die niet betrokken waren bij Labyrinth toch zeggen, kijk eens, We Are Here heeft zijn eigen theater. Ze voelen zich trots en begrijpen wat het te betekenen heeft.


6 Groei

nY Paul Klee zei ooit dat de kunst het zichtbare niet afbeeldt, maar dat ze zichtbaar maakt. De avant-garde ging ook om het verbeelden van nieuwe mogelijkheden, een nieuwe wereld. Kun je een beschrijving geven van wat We Are Here zichtbaar maakt, wat voor nieuwe wereld het wil voorstellen?

SK Wij Zijn Hier. Dat is wat het zichtbaar maakt!

YO Ja, het feit dat ze niet lijken te bestaan, maar dan zeggen we,kom op, we zijn hier gewoon. En dan demonstreren, jarenlang, en al die dingen doen — dat is de enige weg.

nY En nieuwe mogelijkheden? Osman, je zei al vroeg in het gesprek dat je jezelf hebt ontdekt door al deze bezigheden. Kun je daar iets over zeggen?

YO Kijk, als je met meer dan honderdtwintig man een ruimte deelt, dan ga ja vanzelf een hoop leren. En je gaat verantwoordelijkheid nemen. Je ziet een situatie, en wat doe je er dan mee? Toen we in de Vluchtkerk zaten zag ik mensen die uit het land kwamen waar ik vandaan kom, uit Somalië, die geen enkele taal kenden op hun moedertaal na, en ze hadden iets nodig, maar er was een taalbarrière. Dus moest ik erbij komen, vertalen, mensen meenemen naar het ziekenhuis en dat soort dingen. En toen ontmoette ik Savannah en Elke, en ik begon mezelf te pushen, en te pushen, en te pushen. Kijk, als het je verboden is om iets te doen en je dagen zijn ledig, en dan vind je dit platform, en je gaat dingen doen, en je gaat steeds verder, dag in dag uit. En dat is het pad dat ik vanaf drie en een half jaar terug tot nu toe heb gevolgd. En daardoor heb ik veel mensen ontmoet en ervaring opgedaan en ik leer elke dag meer.

nY Je werd redenaar, schrijver, raakte betrokken bij een theatervoorstelling, werd genomineerd voor de Art of Impact Award. Hoe was het voor je om aan Labyrinth mee te doen, bijvoorbeeld?

YO Het was de eerste theatervoorstelling waar ik in heel mijn leven aan heb meegedaan, het was iets groots en het was heel erg goed. In Labyrinth was onze vraag: we hebben een situatie, en hoe vertellen we die situatie? En mensen vonden het prachtig om de voorstelling te komen bekijken. We plaatsten de mensen in onze schoenen, en lieten hen voelen, op zijn minst een uur lang, wat er in deze eindeloze jungle gebeurt. Dat was iets groots. En iedereen in de groep had een rol, en had er plezier in. Het was een erg goede ervaring, niet alleen voor mij. Ik herinner me van het begin af dat mensen zoiets hadden van, oh, wat een hoop werk, ze raakten uitgeput, maar op dag twee begon het interessant te worden, en de mensen kwamen er echt in, en het werd interessanter en interessanter. En toen, laatste dag, shit. Zo van, dat is het dan. En zo voelde iedereen het, zie je, iedereen had iets van, oké, wanneer doen we dit weer, we moeten dit nog een keer doen, nog een keer. En zo kan dit platform aan de mensen vertellen, ze laten zien wat je hebt meegemaakt, in zo’n prachtig toneelstuk, en dat is ook een manier van laten zien wat er aan de hand is. Het had impact. Ook op de mensen die erin meespeelden. Die tweeëntwintig man, we hadden eerst nooit tijd om met elkaar te praten, om elkaar te leren kennen, maar door dat stuk te spelen, vier dagen lang, samen, dat bracht ons dichter bij elkaar. En iedereen was er opgewonden over, iedereen bleek ergens goed in. En het voelde zo van, ik wist niet dat ik dit in me had. En we werden nog meer elkaars vrienden. Zelfs nu nog hebben de mensen die mee hebben gedaan met Labyrinth die speciale band.

SK De mensen voelden echt dat ze het zelf hadden gemaakt. En dat is totaal verschillend wanneer een regisseur je vraagt om aan een stuk mee te doen. Ik kon het verschil zien.

nY Gebeurt dat vaak, dat er een regisseur is die denkt, oh, ik heb wat vluchtelingen nodig?

YO Ja. Ik word soms gevraagd om aan een stuk mee te doen, en dan speel ik mijn rol, maar het is dan van neeneenee, dat moet je niet doen, je moet dit doen. En dat voelt anders bij Labyrinth: al die mensen die er samen aan beginnen, mensen die elkaar helpen, hun eigen script erin brengen, en dat is het verschil met een plek waar je niemand kent en waar je moet worden geregisseerd.

nY Dus dat is opnieuw eigenaarschap?

YO Ja. Samen zijn. Het is als bij de Cooperative, het maakt niet uit of mijn naam ergens op staat of dat soort dingen, maar we doen het samen, dat is wat eigenaarschap betekent. En dan voelen we, wow, we hebben het voor elkaar gekregen.

nY Hoe lang duurde Labyrinth? De volledige productiecyclus?

SK Vier maanden, denk ik?

nY Vier maanden – het lijkt altijd drie of vier maanden te zijn! Hoe zorg je dat het doorgaat?

SK We werken nu aan de volgende productie.

YO Het begint altijd met een idee, en dan gaan we aan de slag. Deze nieuwe productie is nog in ontwikkeling. En we vinden ook altijd manieren om de vormgeving van dit protest naar een hoger niveau te brengen. We begonnen als grassrootsprotest, door te demonstreren, door een tent neer te zetten, maar dan moet het omhoog.

nY En wat betekent omhoog hier?

YO Dat je betere dingen maakt. We zijn een heel eind gekomen, en we gaan ergens naartoe. Omhoog gaan wil zeggen dat je andere manieren vindt om uit te leggen wat er aan de hand is. Eerst hebben we optochten op straat, en dan, met Labyrinth, laat het protest zien wat er gaande is in de vorm van een theatervoorstelling. Dat bedoel ik. Het protest kan in een kunstinstelling plaatsvinden, of op straat, of op een voetbalveld, het kan een muziekgroep zijn, het kan in een keuken zijn, in een restaurant. Het hangt ervan af wie je doelgroep is.


7 Instituten

nY Heb je het gevoel dat er beperkingen zijn als je met kunstinstituten werkt?

SK Voor ons is het altijd een uitdaging om met een kunstinstituut te werken. Want voor hen is werken met We Are Here of met de We Are Here Cooperative totaal anders dan wat ze gewend zijn. Als de We Are Here Cooperative met een grote naam samenwerkt, dan is het heel belangrijk dat het de Cooperative blijft. Voor de instituten is het moeilijk om niet de hele tijd die grote naam te publiceren, en ook te proberen de leden van We Are Here recht te doen. Dat vinden de instituten moeilijk omdat ze echt de namen en de gezichten nodig hebben, dat is de manier waarop ze altijd hebben gefunctioneerd… Maar het is verkeerd, ze worden onderdeel van de uitsluiting. En dat zien ze niet!

nY Stel dat je impact kunt maken, niet alleen op de wereld, maar specifiek op de kunstinstituten. Wat zou je idealiter zien veranderen – bijvoorbeeld, met een theatervoorstelling die in Frascati plaatsvindt. Hoe zou je hopen dat Frascati verandert?

SK Ik denk dat we binnen instituties als Frascati zeker een invloed kunnen hebben op de werkwijze. Tenslotte wil zo’n organisatie niet meewerken aan de uitsluiting van de groep mensen zonder papieren die geen auteurschap kunnen claimen, maar ze daadwerkelijk een platform geven. En dat kan niet met de naam van een beroemde regisseur groot op een poster. Daarom kiezen we voor de vorm van een coöperatief, al is dit misschien minder verkoopbaar. We werden ooit uitgenodigd om lezingen te geven hier in Amsterdam, en plotseling zeiden ze, alleen leden van We Are Here met een academische achtergrond kunnen op deze plek een lezing geven. Toen zeiden we, als je dit soort uitsluitingen oplegt dan snap je helemaal niets van We Are Here. Of er was een debatcentrum in Amsterdam dat ons vroeg: we hebben een debat met professoren en experts op het vluchtelingenvraagstuk, en we willen ook iemand van We Are Here om voor het panel een gesprekje mee te voeren, om hun verhaal te vertellen, dat soort dingen. En wij zeiden, dus je wilt vier witte experts die mogen praten over vluchtelingenkwesties en je hebt alleen nog een We Are Here-lid nodig voor een zielig verhaal. Dan zijn ze alleen illustratiemateriaal, geen gelijkwaardige deelnemers aan het debat. Dat is een grote strijd, om de groep niet langer te gebruiken als illustratie, maar om hun talent en hun waarde te gaan zien.


8 Partij

nY En ervaren jullie ook complexe kwesties rondom dat je zelf een instituut wordt?

SK Ja. Dat is erg moeilijk.

nY Kan je daar iets over zeggen?

[stilte]

SK Osman wil een politieke partij opzetten. Het grootste instituut dat er is.

nY Is We Are Here niet zelf al in de kern een politieke partij, een activistische organisatie die naar een politieke horizon toewerkt?

YO Het gaat om vertegenwoordiging, de strijd met de instituties. Zie je, als je je niet vertegenwoordigd voelt, en als er mensen zijn die het als baan hebben om in het parlement te zitten, die daar namens jou praten en voor jou beslissen, en je niet kennen en je nooit hebben ontmoet, dan is dat gek. Ik denk dat iedereen die in een situatie zit die situatie begrijpt, omdat die persoon in die situatie zit. En dan heeft die persoon alle kennis, en dan kun je net zo goed op die basis een politieke partij beginnen om jezelf te vertegenwoordigen.

nY Maar je kunt geen lid worden van het parlement.

SK Dat is het gekke, je kunt wel een politieke partij oprichten maar hebt niet het recht om op de lijst te staan. Je kunt jezelf nooit politiek vertegenwoordigen. Daarom kwamen we ook op het idee om een politieke partij op te zetten waarin je de mensen wel vraagt te stemmen, maar de mensen op de lijst gaan er nooit heen, dus blijft de zetel leeg. Want anders doe je hetzelfde, dan vraag je andere mensen om je te vertegenwoordigen. En toen dachten we, die partij kan handig zijn voor de We Are Here-campagne, want hij laat zien dat je jezelf niet kunt vertegenwoordigen. Zelfs al woont Osman nu al twaalf jaar in Nederland mag hij nog steeds geen deel zijn van de democratische maatschappij. Dus dachten we, er zijn heel veel mensen in Nederland die zich op die manier niet vertegenwoordigd voelen, ik denk dat ook veel PVV-stemmers zich niet vertegenwoordigd voelen, en daarom stemmen ze op de PVV. Dan kan het een partij worden voor iedereen die zich niet vertegenwoordigd voelt en die liever een lege zetel zou zien.

YO En daar heb je er veel van.

SK We moeten veel praktijkkwesties nog doordenken. Het symbool voor de nieuwe partij is de lege blauwe zetel. Maar als je symbool de lege zetel is, en je wordt voor een debat uitgenodigd, dan krijg je dit theatrale punt, dat je niet kunt zitten, want in het parlement kun je ook niet deelnemen aan het debat. Dus als je tijdens de verkiezingstijd wordt uitgenodigd om aan een debat deel te nemen dan moet je wel meedoen, want anders zou je je stem verliezen, en deelnemen is ook precies wat We Are Here wil. Maar je kunt niet gaan zitten, want in het parlement mag je ook niet zitten.

nY We Are Here gaat erg over zichtbaar maken, mensen een stem geven. En dan…

SK Nee…

nY Wat?

SK Nee! Niet een stem geven, want de mensen hebben al een stem. Het is zo makkelijk om dat soort dingen steeds weer te zeggen, maar het is in feite een vorm van uitsluiting.

nY Point taken! Je geeft jezelf een stem, misschien?

SK Ja, ja. Of we versterken stemmen, dat is eerder wat we doen.

nY We Are Here heeft een stem, maar… die moet er ook zijn. En wat me zo treft bij alle projecten waar we het over hebben gehad, is dat, de projecten laten zien hoe mensen tot iets in staat zijn. Maar zodra je het brengt op het niveau van de politieke vertegenwoordiging, dan wordt je actie juist het weglaten van de stem. Is dat niet ingewikkeld?

SK Ontzettend ingewikkeld. Dat is het moeilijkste punt bij het concept van deze politieke partij. En het is ook organisatorisch echt moeilijk voor We Are Here, omdat het van deze grassrootsorganisatie een instituut maakt – en het voelt nu nog steeds zo vloeibaar, zo ongeorganiseerd, een organisatie zonder leiders, met een paar mensen, misschien twintig, die het meeste denkwerk doen.

 

Noten

(1) Zie voor uitvoerige achtergronden: wijzijnhier.org
(2) De rechtskundige Martijn Stronks heeft kwesties van migratie, worteling en burgerschap dan ook in wezenlijk temporele termen geanalyseerd. Zie ‘Wat is toch worteling? Een zoektocht naar een ongrijpbaar begrip van de tijd’, in Merli Huijer (red), In de versnelling: achttien jonge wetenschappers over tijd, Boom, Amsterdam, 2014, en online: martijnstronks.nl (29-11-2015).
(3) Amsterdams poppodium.
(4) Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen