Bof en Tja

Zojuist verscheen in de Slibreeks TJA / BOF: een tweetalige gedichtenbundel met nieuw werk van de Franstalige Belgische dichteres Gwenaëlle Stubbe, van wie eerder ook werk te lezen was in yang, Parmentier en nY #3. De Nederlandse vertalingen zijn van nY-webredacteur Piet Joostens. Opdrachtgever voor deze publicatie is de Nederlandse dichter F. van Dixhoorn.
Gwenaëlle Stubbe (1972) woont en werkt al geruime tijd in Parijs, waar dit najaar haar langverwachte volgende bundel Ma tante Sidonie verschijnt bij éditions P.O.L.

TJA / BOF, geïllustreerd met tekeningen van Stubbes broer Wladimir, is hier te bestellen.
Onder de afbeelding leest u de aanhef van TJA.

 

Adelaïde + een eend.
Adelaïde volgt de eend. Het landschap beweegt mee.
Er zit ongemak op het gras.
Het gras is een kruid zonder gevolg. Adelaïde treft er
drie zelfbestuivende modellen aan.

‘Ik volg DRIE eenden.
Opeens lopen ze aan mijn rechterkant.
Ik vertrap ze om een duidelijke definitie van het geheel
te krijgen.’

‘Ik neem mijn fiets en rijd van het pad af, het strand op,
hang mijn spullen aan het stuur. En spring.’

Het vervolg is gewoon een andere versie die bijna identiek is.

(Uit TJA, Gwenaëlle Stubbe, vert. Piet Joostens)