Anti-Gentrification School

Deze tekst is geschreven door twee initiatiefnemers van de Anti-Gentrification School in gesprek met activisten en vrienden die aan de sessies hebben meegedaan. We besloten deze gesprekken te houden in de weken na een bijzonder grote demonstratie in Rotterdam, de Woonopstand, waar we, ondanks uitingen van repressie en geweld door de politie, ongelooflijke momenten van solidariteit tussen mede-demonstranten beleefden. 

Anti-Gentrification School (AGS) is een school in wording, met een grassroots curriculum, gebouwd voor en door Rotterdamse culturele werkers, activisten, studenten en bewoners om collectief strategieën te leren, af te leren en te laten groeien om ons te verzetten tegen gentrificatie binnen onze gemeenschappen. We beginnen met de gedachte dat we allemaal iets te delen en iets te leren hebben, en dat al onze vragen, verhalen en zorgen ons kunnen helpen om onze verstrikking en zelfs medeplichtigheid in het proces van gentrificatie in kaart te brengen. De school komt ongeveer om de twee weken samen op verschillende locaties in de stad, van buurtgemeenschapsruimtes en kunstinitiatieven tot gekraakte gebouwen. Elk moment brengt verschillende constellaties van mensen samen; het begint met eten, dan doen we een introductieronde om elkaar een beetje te leren kennen, gevolgd door een of andere activiteit zoals een film kijken of een workshop doen, en eindigen dan met een reflectieve discussie.

We hebben geleerd dat gelaagde en onderling verbonden tactieken nodig zijn, en dat we door ons opkomende curriculum goed naar elkaar kunnen leren luisteren, zodat we antwoord kunnen geven op vragen als: is Engels de taal van gentrificatie in Rotterdam? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze kunstpraktijken de gentrificatieprocessen niet versnellen, maar juist verbindingspunten worden tussen ons en onze buren? We weigeren te geloven dat verdringing van bestaande bewoners, verwijdering van sociale woningen, steeds hogere huren en uitbuiting van mensen met een laag inkomen onvermijdelijk is en via de school houden we het debat levend, we weigeren de normalisering van deze gewelddadige processen

Aangezien veel mensen die zich bij AGS hebben aangesloten deel uitmaken van andere collectieven, niet-hiërarchische initiatieven of activistische groepen in de stad, zien we dat de school rijk is aan kruisbestuiving in ervaringen. We zien samen studeren niet als iets dat beperkt blijft tot de momenten van samenzijn onder de noemer ‘school’, maar laten dit eerder een lens zijn om te kijken naar wat we al doen als we samen protesteren, samen koken, samen muziek maken. In verschillende gesprekken met al deze groepen praten we over collectieve daden van verzet en momenten van protest als plaatsen van studie.

20:30 9 november 2021, VARIA in het kader van woonspreekuur sessie van BPW (Bond Precaire Woonvormen)

F: Er is een filosofie in BPW dat we mensen proberen te helpen zichzelf te helpen. Omdat er veel gemeenschappelijke problemen zijn in de woonstrijd (klote verhuurders, huisuitzettingen, illegale flexcontracten etc.) hebben we een checklist ontwikkeld met een escalatie van tactieken die iedereen kan volgen. In de meeste gevallen worden mensen geholpen met advies. Maar in geval van huisuitzettingen of andere dringende zaken organiseren we directe acties en protesten tegen huisbazen en corporaties. De laatste keer dat het zo escaleerde was toen een tijdelijke bewoner van een woningcorporatie (die al een illegaal contract had) om bureaucratische redenen werd ingeruild voor een andere tijdelijke bewoner. De buurt zelf werd agressief gegentrificeerd, andere organisaties wilden die casestudy gebruiken om zich te verzetten tegen flexwonen, dus werd er genoeg steun en interesse opgewekt om een succesvol protest te houden buiten de woningcorporatie.

E: Directe actie is soms ook het vinden van dringende oplossingen voor huisvestingsproblemen die juridische grenzen zouden kunnen overschrijden. 

A: Dat is precies waarom BPW soms een ontmoetingspunt wordt voor het kraakspreekuur om mensen direct aan een huis te helpen en kraken te destigmatiseren. 

L: Trojaanse paardenstrategieën zijn cruciaal om een brug te kunnen slaan tussen het bereiken van wetgevende macht en directe actie. BPW geeft dat advies niet, maar mensen dragen wel meerdere petten en hebben verschillende ervaringen. Sommigen van ons hebben onze eigen uitzettingen moeten aanvechten, dus we hebben doorleefde ervaring als het gaat om dakloosheid en de confrontatie met de wet. Als je je in zo’n precaire situatie bevindt, ben je niet echt in de stemming om te radicaliseren omdat je het al te druk hebt met overleven. Maar tegelijk bereik je soms je grenzen en dient je mond opendoen zich aan als de enige oplossing. 

E: Zoals bij de massale stakingen van huurders in de jaren dertig, toen grote groepen mensen een heleboel uitzettingen tegenhielden door barricades op te werpen en hele straten te blokkeren.

F: In die tijd had je ook grote groepen mensen die zich in dezelfde situatie bevonden. In dezelfde buurt, allemaal niet in staat om te betalen, allemaal geen toegang tot overheidssteun, allemaal werkloos enz. Het enige wat ze hadden was elkaar!

E: Precies! Vraag me ook af of de Rotterdamwet1 -aanpak er mede op gericht is om dat soort solidariteit te voorkomen. Nu al zijn de sociale ruimten karig en als ze er zijn worden ze volledig gecontroleerd door woningcorporaties. Klachten bij corporaties worden alleen op individuele basis aangepakt, of alleen collectief via een georganiseerde, legale vorm van een vereniging die ook nog eens financieel gecontroleerd wordt door de corporaties zelf! Maar toch, in de meest zichtbare gevallen van verzet, zoals in de Tweebosbuurt, heb je mensen die solidair zijn en met elkaar meeleven ondanks ideologische verschillen. Als je wordt uitgezet of ziet dat mensen worden uitgezet, zie je dat de politie er is om eigendom te verdedigen met het oog op winstbejag in plaats van je fundamentele recht op huisvesting. 

G: De kraakwetgeving is alleen in het leven geroepen om de schijn op te houden en de politie een vrijbrief te geven om te escaleren of illegale huisuitzettingen uit te voeren. 

E: Dat kan veranderen als de mentaliteit van mensen verandert, zodat een kraakpand niet langer wordt beschouwd als een centrum van criminaliteit in de buurt, maar in plaats daarvan wordt gezien als een plek voor verzet tegen gentrificatie. 

G: Dit is iets wat in de Tweebosbuurt is gebeurd. In eerste instantie was de bevolking zeer sceptisch en dacht: “Krakers zijn toch slecht?”. Maar binnen enkele weken kwam de publieke herinnering aan kraken terug, opeens dachten mensen: “Kraken was iets geweldigs in de jaren 80”, “Poortgebouw was vroeger radicaal en cool”. 

E: Er was een oproep op indymedia voor directe acties parallel aan en rond het Woonverzet die “verder gaan dan de wettelijke grenzen die ons door de staat worden opgelegd”. Ik vraag me af hoeveel je binnen de “wettelijke grenzen” kunt bereiken en wanneer het goed is om die grenzen te verleggen?

W: Ik ben er voorstander van om veel parallelle acties te doen, buiten de demo om, die op een nog efficiëntere manier te ondersteunen en geen de politie geen reden te geven om in te grijpen in een perfect vreedzame mars zoals in de Woonopstand. Het plan van de politie is vaak om demonstraties te verstoren, ze eng te doen lijken en anarchistische en andere radicale groepen te stigmatiseren. 

G: Demonstraties, vooral woningbouwdemonstraties gaan over het tonen van aantallen. Ze laten zien dat: “hier zijn we met 10.000 mensen die dezelfde eisen steunen”. Stel je nu eens voor dat al die mensen in huurstaking gaan, of al die mensen gaan kraken. Wat betreft de Woonopstand, ja er was geweld, maar we hebben gewonnen op de brug, we hebben gewonnen in de media en we hebben gewonnen in de Gemeenteraad. Weigeren om door te gaan, op de brug blijven staan en wachten tot de politie het zwarte blok door laat gaan was een enorm teken van solidariteit. 

E: Soms zijn illegale acties nodig. Sommige zijn nu misschien illegaal, maar ze moeten niet als illegaal worden beschouwd. Het recht op huisvesting gaat vóór elke eigendomsvordering. Leegstand is een grotere misdaad dan onteigening. 

G: Een goed voorbeeld van een combinatie van legale en illegale acties die hand in hand gaan was de anderhalve maand durende bezetting van het Hambachbos in 2018, 30 km van de Nederlandse grens.  Tijdens de supergewelddadige ontruiming die volgde – waarbij één persoon overleed – was er sprake van massamobilisatie. Aanvankelijk waren ze begonnen met een demo van 200 mensen en uiteindelijk was er een menigte van 25.000 mensen die buiten het bos in een weiland demonstreerden, naast een politielinie die de supergewelddadige ontruiming hield. Daarnaast had je ook een juridische groep die de rechtszaken overnam en de mensen verdedigde die gearresteerd waren. De verscheidenheid van tactieken werkte want het bos werd uiteindelijk niet gekapt. Illegaal en gewelddadig verzet gaat samen met een grote mobilisatie van mensen en rechtszaken die je kunt winnen. Hetzelfde geldt voor kraken. Misschien lijkt het er nu op dat we niet de mobilisatie hebben om kraken legaal te maken, maar in de jaren ’60 hadden we die ook niet, en toen gebeurde de Nieuwmarkt2 en wonnen we. In de jaren ’80 was er een meerderheid in de politiek om kraken goed te keuren en wonnen we. En nu zitten we weer in het begin van die groei.

L: Hoe meer leegstand, hoe meer mensen gaan beseffen dat kraken nodig is. Dit is nog maar het begin!

 19:00 14 november 2021, Rotterdamse RATS eetcafe op Pijnackerplein n.a.v. Woonverzet, de 3e in de landelijke reeks demonstraties voor voorrang van wonen boven winst, decriminalisering van kraken en een radicale herbezinning op het woonbeleid 

 

I: Bij elkaar komen als een vorm van protest tegen hyperindividualisering in de samenleving…We zijn een eetcafé, ook wel een VoKu (volkskeuken) genoemd, we hebben dit model gereproduceerd in Rotterdam dus het is niet iets nieuws. Er is er bijvoorbeeld een in Utrecht in ACU die zeer succesvol is. We doen dit al twee jaar, eerst in het Poortgebouw, toen in het kraakpand, en nu op het Pijnackerplein. We halen gratis eten van de markten van verkopers en ook wat lokale winkels, we koken het de dag erna en maken het avondeten, we zitten en eten samen en daarna (hopelijk!) doen we samen de afwas. 

N: We delen ook boeken en zines en stickers…

I: Propagandamateriaal! Het maakt het meer opzettelijk. De handeling zelf van het vuilnisbakduiken, het delen van het eten, het samen koken van het eten dat zou worden weggegooid, en het innemen van een plek op het plein. Maar ook: het geven van deze zichtbaarheid aan lokale groepen als ze iets willen voorstellen, iets willen vertellen, over dingen willen praten. We hebben infobesprekingen, concerten. In het Poortgebouw hadden we ook filmavonden, we hadden zelfs een poppenspeler. Toen Covid kwam, besloten we het eetcafé en de evenementen niet zo te promoten, omdat we niet wilden dat er te veel mensen zouden komen. Op het Pijnackerplein komen er meestal buren, iets waar we aan willen werken om meer relaties op te bouwen. Het is makkelijk om vrienden uit te nodigen, maar moeilijker om een deel van de gemeenschap te zijn, in plaats van alleen een stel activisten die hun ding doen. Sommige lokale winkels tonen hun steun door ons voedsel te geven, sommigen betalen minder belastingen als ze hun afval weggeven, wat voor hen bijvoorbeeld een voordeel is. Op de markt staan we bekend als “de groep die het eten voor het eetcafé haalt”, dus ze zijn gewend aan deze relatie, sommigen maken elke week het eten voor ons klaar, ze kennen ons en willen ons eten geven. 

W: Dat is een heel bevredigende informele overeenkomst…

I: Ja, een beetje zwarte markt…

E: Om aan te sluiten bij een andere groep, jullie zitten alle 3 in Rhythms of Resistance (RoR), in de film ‘Tactical Frivolity & Rhythms of Resistance’ zei een van de jongens “we practice the way we want to live”. In de groep oefen je consensus, iedereen kan de ‘maestro’ zijn die de band leidt, je oefent actief solidariteit. Zie je overeenkomsten met het eetcafé?

N: Ja, voor mij wel. Ik maak deel uit van het eetcafé omdat ik iets te eten nodig heb, en andere mensen moeten eten, en we willen dat samen doen op een antikapitalistische, niet verspillende manier. Ik wil geen eten serveren voor mensen, ik wil eten maken met mensen. 

I: Dat is het deel waar we bewust mee bezig willen zijn, anders zijn we gewoon een voedseldienst zoals er meerdere zijn in de stad. In plaats daarvan willen we niet-hiërarchisch en antikapitalistisch zijn, samenkomen om dingen te doen en beseffen dat dat heel krachtig is. We steunen ook demonstraties in de stad door eten mee te nemen om te delen, de Woonopstand, de antiracismedemonstratie, de demonstratie tegen politiegeweld. We zijn hiermee begonnen bij de Black Lives Matter demo en hebben sindsdien vele demo’s ondersteund met de keuken. Soms zelfs dubbel met de keuken, één in een demonstratie en één op het Pijnackerplein!

E: Hoe belangrijk is die consistentie, dat je er elke week bent? 

W: Het lijkt erop dat consequent zijn en herhalen een belangrijke tactiek is…

I: Het voelt als een voorouderlijke manier van samenkomen zonder media zoals facebook evenementen en zo, je gaat er gewoon heen omdat je weet dat er altijd iemand is…

N: …en elke week heb je een plek om elkaar te ontmoeten.

I: Het gaat om betrokkenheid. We hebben in 2 jaar nog nooit een zondag overgeslagen, zelfs niet bij sneeuw en ijs. 

W: Dat is best bijzonder. 

I: Consistentie is de strijd…en ook het protest…het vormen van een groep en doorgaan met gevechten en problemen.  Ik denk dat het niet zozeer gaat om het ‘bezetten van ruimte’, maar om het collectief terugwinnen van ruimte. Er is ook de uitdaging om formele en informele hiërarchieën weg te werken; ligt er discriminatie ten grondslag aan bepaalde beslissingen? We moeten ons daar altijd van bewust zijn, discussiëren en vragen stellen, het is niet gemakkelijk. 

N: Het is mogelijk om in rollen terecht te komen waar je niet in wilt zitten, het is een oefening om te blijven praten en elkaar aan te moedigen zich uit te spreken. 

E: Het lijkt erop dat deze ruimte kan worden gezien als een plek voor coalitievorming tussen verschillende groepen. 

N: Mensen komen hier omdat ze ons op de een of andere manier al kennen, het is meer een plek om bestaande relaties te versterken.

I: En het is meer een veilige plek om te eten en te discussiëren en samen te leven…het is ook een plek voor tegengestelde politieke opvattingen.

N: We proberen hier niet echt bewust coalities te maken; we proberen niet bewust communisten of socialisten uit te nodigen of…

I: Maar we willen wel buren uitnodigen, en dan kan de confrontatie tussen politieke waarden een botsing zijn. Het is de vraag hoe we een veilige ruimte kunnen creëren waarin dat mogelijk is. 

W: Een deel van hier komen is ook genieten van elkaars gezelschap, ik denk dat een daad van verzet tegen het kapitalisme is om niet uitputtend te zijn naar elkaar. Eten maken met en voor elkaar omdat je om elkaar geeft. Net als bij RoR, om echt te genieten van het verzet door plezier te hebben, door je energiek te voelen door elkaar en door de mensen om je heen energiek te maken. Ik denk dat dat een politieke daad is. 

 

13.00 15 november 2021, gesprek na het zien van de film Tactical Frivolity + Rythms of Resistance 

W: In de film zegt een van de jongens zoiets als “Het gaat er niet om het geweld van de staat en de politie te vermijden, want dat is onmogelijk. Maar als de staat wil functioneren moet hij ons vertellen dat zijn geweld noodzakelijk is. Tactische frivoliteit tijdens een protest maakt het moeilijker voor dit verhaal om te blijven bestaan.”

S: Ja, het is moeilijk te rechtvaardigen dat een agent iemand in een roze bikini in elkaar slaat, vergeleken met de manier waarop ze anarchisten ontmenselijken, door de indruk te wekken dat het gezichtsloze vijanden zijn. 

W: De film laat goed de wortels van (RoR) Rhythms of Resistance zien, dat we verbonden zijn met een grotere geschiedenis van activisten over de hele wereld. 

S: Iemand in de film legde uit waar de ritmes vandaan kwamen, en dat de pauzes in het ritme de momenten waren waarop mensen worden bezeten door natuurgoden. We hebben ervaren dat elke keer als we een pauze inlassen, de menigte om ons heen uit zijn dak gaat. De drums bouwen deze energie op, dan gaat de deksel er even af en de mensen roepen van geluk…Ik denk niet dat dit gevoel van verbondenheid specifiek is voor alleen de leden van de groep, als mensen om ons heen zijn en ze horen ons dan delen ze ook datzelfde gevoel.

W: Ons eerste doel als de Rotterdamse Ritmes van Verzet was om naar de Woonopstand te gaan. We kregen gezelschap van leden uit Amsterdam en Nijmegen. Samen waren we in staat om deze soort hartslag te vormen…deze beweging van mensen samen…

S: Het is ook een kruk voor de mensen bij het protest om op te leunen, we helpen ze om vooruit te blijven lopen.

W: Op de Woonopstand was er een moment dat de politie de in het zwart geklede demonstranten vastbond en hen niet toestond verder te gaan met de rest van de demonstratie. Op de brug besloten de mensen de door de politie omsingelde groep niet achter te laten. Het geluid van het trommelen en het geluid van mensen die weigerden te bewegen was op dat moment behoorlijk krachtig en gaf een verhoogd gevoel van waar de beweging wel en niet was. Het was het geluid van solidariteit…

S: De mensen konden het trommelen blijven horen op de brug. In de film zegt iemand dat ze het idee ontwikkelden om muziek op meerdere instrumenten te spelen nadat geluidsinstallaties herhaaldelijk door de politie in beslag waren genomen. Dus, als we ons kunnen organiseren en synchroniseren met geluid van verschillende plaatsen, weet de politie niet zeker waar het geluid precies vandaan komt. Dit gebeurde bij de Woonopstand, sommigen van ons stonden dichter bij de politielijn, anderen stonden verder naar achteren en we bleven op de een of andere manier spelen. 

W: Er is dat gevoel van nog steeds verbonden zijn op die intense momenten, wanneer de politie op paarden zit of op mensen afkomt en iedereen wegrent, maar toch kun je altijd die andere mensen met trommels horen. 

S: Er zit een spirituele kracht in trommels, vooral als ze zo gebruikt worden. Er is een reden waarom drummen vanaf zijn oorsprong zo spiritueel en religieus is geweest. Dat voel je. Ik ben niet echt een spiritueel persoon, maar ik voel wel dat deze ritmes veel ouder zijn dan wij, en veel ouder dan Ritmes van Verzet. Het maakt dat ik me veel meer verbonden voel met drummen, ook al ben ik al bijna 20 jaar drummer. 

W: Toen we op de Klimaatmars waren, met minder repressie van de politie, was het makkelijker om te zien dat mensen dansten en plezier hadden. Ik voel echt sterk dat verzet tegen kapitalisme leuk kan zijn en dat is wat ons enthousiast kan houden om het te doen. 

S: In een extreem kapitalistische maatschappij als Nederland heb ik het gevoel dat plezier op zich, zonder doel, een daad van rebellie is. 

W: Zo voel ik dat ook bij het eetcafé Pijnackerplein, het gaat natuurlijk om de functionaliteit van het moeten eten en het verzamelen van voedselafval, maar het gaat ook om het zorgen voor elkaar en de tijd nemen om dat samen te doen is net zo radicaal en antikapitalistisch. Je steekt je tijd in het zorgen voor de mensen om je heen. Voor mij is het hebben van deze ritmes en dit plezier ook een deel van de zorg voor de mensen met wie we samen protesteren. Deel uitmaken van de band leert me veel over bewust zijn, reageren of bewust zijn van hoe ik me verhoud tot de mensen om me heen. 

S: Je moet wel, in een band. Je bent je voortdurend bewust van het tempo waarin je speelt bijvoorbeeld. En bij de Kick Out Zwarte Piet demo moesten we ons heel bewust zijn van wie er sprak en wiens stemmen er op dat moment meer toe deden dan de onze. 

W: Ja, de instrumenten gebruiken om die stemmen onder de aandacht te brengen, het was interessant hoe we daar niet veel ingestudeerde ritmes speelden en toch waren de geluiden die we maakten belangrijk, het gaf een ritme aan de dingen die de mensen wilden zeggen. 

S: Ja, zoals een uitroepteken. Dat is wat blanke mensen in die situatie zouden moeten proberen te doen, niet de megafoon pakken maar de stemmen versterken die ons al sinds de Zwarte Piet is Zwart Verdriet-campagne in de jaren ’90 vertellen dat Zwarte Piet racistisch is. 

W: Ik herinner me dat iemand zei dat we een ongeorganiseerde organisatie zijn. Het leert me veel over komen opdagen en aanwezig zijn met elkaar zonder al te veel verwachtingen of ideeën te hebben over wat het wel of niet zou moeten zijn, of vast te houden aan ideeën dat we dit of dat liedje perfect zouden moeten leren. 

S: Ik zie ook hoe collectief eigendom kan werken, in de band zijn we samen eigenaar van alle instrumenten en dat vind ik heel mooi, je hoeft niet iemand te hebben die de controle heeft. Soms gaan de drums met iemand mee naar hui die ze niet meteen terugbrengt naar de repetitie, dat brengt dan natuurlijk frustratie met zich mee! We hebben ook de rol van de maestra die de band leidt, maar dat is een constant roterende rol, iedereen binnen RoR kan een maestra zijn, iedereen kan een beurt krijgen om de band te leiden.  

W: Ja, het is een oefening in vertrouwen. Wat kunnen we leren als we deze acties of tactieken als studieruimtes beschouwen? Ik denk dat RoR echt interessant is als een collectieve leerervaring, in wezen komen we de hele tijd samen om te leren. Het is heel kwetsbaar en chaotisch en vermoeiend en verbazingwekkend. Ik zie het spelen bij een protest niet anders dan een repetitie, voor mij is het protest een repetitie. 

S: Ik heb nog nooit zoveel plezier gehad met muziek spelen als tijdens sommige RoR-repetities, als je de kamer binnenstapt zeg je “ik weet niets maar ik wil leren”. 

W: Ja, er kan een gevoel zijn dat je veel moet weten en een sterke, onwrikbare mening moet hebben om een activist te zijn. Dus voor een groep van ons om in een kamer te zijn…

S: …niets te weten en te weten dat we gewoon willen leren en een leuke tijd willen hebben op een demo. Ik denk dat dat alles is wat je moet weten. Ik heb wel eens het gevoel gehad dat ik een bedrieger zou zijn of niet slim genoeg om mee te doen met bepaald activisme, alsof ik niet genoeg boeken heb gelezen of me niet goed genoeg kan uitdrukken met woorden…

W: Terwijl die plaatsen echt belangrijke ruimtes kunnen zijn om te leren…Ik denk dat dat de reden is waarom RoR speciaal is. Het voert verzet uit op andere manieren. 

S: De keren dat ik het meest geleerd heb, zijn als ik heb geleerd samen met mensen die misschien nog nooit een drumstok hebben opgepakt, als ik mijn vooropgezette ideeën over drummen heb losgelaten en gewoon veel plezier heb gehad. Het gaat veel meer om het collectief en wat je samen kunt doen met de drums.

1 De Rotterdamwet of artikel 8 van de Rotterdamwet geeft de gemeente de mogelijkheid om bepaalde mensen uit geselecteerde wijken te weren: Tarwewijk, Oud-Charlois, Carnisse, Hillesluis of Bloemhof. Wie geen werk heeft of inkomsten uit pensioen of studiefinanciering, en korter dan zes jaar in de regio woont, mag zich niet in deze wijken vestigen. De Rotterdamwet is bedoeld om “de leefbaarheid” in achterstandswijken te verbeteren met behulp van de Leefbarometer. De Rotterdamwet doet inbreuk op het recht van vrijheid van vestiging. Dat is een grondrecht: iedereen in Nederland mag zelf kiezen waar hij wil wonen. Toch vindt de gemeente de wijken Tarwewijk, Oud-Charlois, Carnisse, Hillesluis en Bloemhof zo slecht of onleefbaar dat zij al 15 jaar lang wil bepalen waar mensen mogen wonen. En dat terwijl er na ook verschillende wetenschappelijke onderzoeken niet is aangetoond dat de Rotterdamwet de wijken leefbaarder heeft gemaakt.” El Maroudi, Hasna. “De Rekening van de Rotterdamwet”, Vers Beton, 04 March 2021, < https://www.versbeton.nl/2021/03/de-rekening-van-de-rotterdamwet/>

2 Begin 1975 werden de bewoners van de Nieuwmarktbuurt in Amsterdam bedreigd met massale uitzettingen door de gemeente die van plan was de metrolijn uit te breiden waarbij een heel deel van de stad zou worden gesloopt en ontheemd. De actiegroep Nieuwmarkt bedacht samen met krakers een verscheidenheid aan tactieken om studenten en andere Amsterdammers te mobiliseren met informatieverspreiding via affiches, flyers en het gebruik van uitzendingen van Radio Mokum. In de Nieuwmarkt-metrorellen van 24 maart 1975 kwamen krakers, buurtbewoners en een groot aantal studenten solidair bijeen om te helpen bij uitzettingsverzet-blokkades en zich gezamenlijk te verzetten tegen het uitgebreide politiegeweld.