Van history naar herstory, in vier verhalen

1. Tussen twee geschiedenissen

‘We leven in vreemde tijden, een beetje alsof we tussen twee geschiedenissen in zweven. Allebei vertellen ze het verhaal van een wereld die ‘globaal’ is geworden. Één ervan kennen we goed, ze volgt het ritme van het nieuws uit de frontlinie van de wereldwijde competitie, en haar tijdsverloop is dat van de economische groei. Ze kan rekenen op glashelder bewijsmateriaal als het gaat over wat ze van ons vraagt en waarvoor ze staat, maar er heerst verwarring over wat ze teweegbrengt. De andere, daarentegen, toont duidelijk wat er aan de gang is, maar verhult wat we kunnen doen, wat het antwoord is op wat er allemaal gebeurt.’2

LDC Dit citaat gaat voor mij over een van de belangrijkste filosofische vragen van onze tijd: kunnen we uit de geschiedenis vallen? En is dat niet het ware gelaat van de posthistorie, de nageschiedenis?3 Kan je verduidelijken hoe we de twee geschiedenissen die je aanhaalt moeten begrijpen en hoe ze zich tot elkaar verhouden?

IS Toen ik klaar was met Au temps des catastrophes was de globale economische crisis net losgebarsten. Nooit eerder was het zo duidelijk dat we allemaal leven op het ritme van de eerste geschiedenis. Maar gelijktijdig aan de economische globalisering ontvouwt er zich een ander wereldwijd, globaal proces, dat van de klimaatverandering. De twee hangen samen. De uitstoot van broeikasgassen, bijvoorbeeld, is een duidelijke link: hoe meer onze industrieën produceren, hoe groter de impact op het klimaat. Maar als verhalen – en geschiedenissen zijn verhalen – lijken ze zich niet tot elkaar te verhouden. Ik denk dat we dringend zo’n verhouding moeten zien te vinden.

Anders dan jij, vind ik niet dat wat er nu met onze planeet gebeurt kan gevat worden met de term posthistorie. Het hangt er natuurlijk allemaal van af hoe je geschiedenis invult. De eerste geschiedenis waarnaar ik in Au temps des catastrophes verwijs beschouw ik als ‘history.’ Het is het bekende verhaal van de man-mens die naar de sterren kijkt en ze wil veroveren. Ik ben er nog niet zo zeker van dat we hier ooit aan zullen kunnen ontsnappen. Misschien gaan we er wel aan ten onder, de zaak is nog niet beslecht. De tweede geschiedenis moeten we nog optekenen. Ze zal niet één groot veroveringsverhaal vertellen maar, dat hoop ik toch, zich vertakken in een netwerk van verhalen. Laten we haar ‘herstory’ noemen. Is de eerste geschiedenis een uniek verhaal, het verhaal van ‘anthropos’, dan impliceert de tweede de vele verhalen van wat ik ‘Gaia’ noem. Toen ik het boek schreef was ik me er niet van bewust dat het Antropoceen zo’n populair concept zou worden. Het Antropoceen is eigenlijk ook een link tussen beide geschiedenissen, maar het heeft niets van de transformatieve kracht die we nu nodig hebben. Antropoceendiscussies houden ‘anthropos’ in het zadel en lokken geen verandering uit.

LDC Je bent erg kritisch over de term ‘Antropoceen’.

IS Ja, dat klopt. Veel mensen hebben helemaal niets te maken met de globale verwoesting van het Holoceen, het tijdperk dat een relatief stabiel klimaat kende. Ik wil die anthropos die het opneemt tegen de Aarde wel een keer ontmoeten. Tot nu toe heb ik enkel mensen ontmoet die zich voor anthropos houden. Anthropos is een westerse, mannelijke creatie. Antropoceen is de naam voor de eerste geschiedenis: his story.

2. Gaia
‘Gaia is de naam voor een nooit geziene of vergeten vorm van transcendentie: een transcendentie ontdaan van die nobele eigenschappen die we kunnen aanwenden om de aarde als rechter, borg of grondstof voor te stellen; een onvoorspelbare assemblage krachten die zich niets aantrekt van onze argumenten of projecten. De intrusie van deze transcendentie, die ik Gaia noem, introduceert een grote onbekende midden in ons leven, en het is er een die niet meer weggaat.’

LDC Waarom de koppige, bijna buitensporige en polemische keuze voor de term ‘Gaia’?

IS Het is inderdaad geen neutrale term. Oorspronkelijk had ik L’Intrusion de Gaia (De intrusie van Gaia) in gedachten als titel voor Au temps des catastrophes, maar de uitgever was bang dat dat het boek een New Age-stempel zou geven. ‘Catastrophes’ was commercieel gezien veiliger. In de context van onderzoek naar de klimaatverandering is ‘Gaia’ echter helemaal geen vreemde term. Het concept is afkomstig van James Lovelock. Hij is de eerste die inzag dat wat we met een vanzelfsprekendheid ‘onze planeet’ noemen, het resultaat is van een assemblage. De oceaan, de aarde, de atmosfeer met
zuurstof erin, levende wezens, alles wat nodig is voor ons leven, is het product van interdependenties, een complementair verhaal, van ineenhakende co-evoluties. Lovelock zag het als het een stabiele assemblage, maar ik heb het altijd als een ‘ticklish assemblage’, een prikkelbare constellatie gezien. Als de voormalige collega van Ilya Prigogine, met wie ik La Nouvelle Alliance (Order out of Chaos; Nederlandse vertaling Orde uit Chaos, Bert Bakker, 1985) heb geschreven, kan ik me niet vinden in een stabiele voorstelling van Gaia – dat doet de niet-lineaire relaties die de assemblage bepalen geen recht. Wat ik echter niet kon voorzien was dat het prikkkelbare, lichtgeraakte karakter van Gaia ons voor zo’n acuut probleem zou stellen. De hoge uitstoot van broeikasgassen destabiliseert wat min of meer stabiel is geweest sinds het ontstaan van de mens. Dat is wat ik bedoel met een nooit geziene vorm van transcendentie. We zijn afhankelijk van de kracht van Gaia, we hebben haar niet in onze macht. Zelfs al bleek ‘anthropos’ in staat om de instabiliteit van de assemblage uit te lokken, hij kan Gaia niet de baas. Je kent het verhaal van de leerling-tovenaar: hij kon een ramp uitlokken maar de situatie niet herstellen. Uitlokken is iets anders dan veroorzaken. Anthropos waant zich de oorzaak, maar als er al een oorzaak is moeten we die zoeken in de prikkelbaarheid van de assemblage, die ons te boven gaat. Gaia verstoort ons verlangen om de boel te controleren en confronteert ons met een nooit geziene of vergeten transcendentie.

De naam Gaia, die verwijst naar een Griekse godin, herinnert ons ook aan een tijd waarin onze verhouding tot wat ons omgeeft helemaal anders was. Gaia stamt uit de tijd van vóór de goden en godinnen van de polis. Met de stadsgoden kon je onderhandelen: omdat ze een bijna menselijke subjectiviteit bezaten, waren ze ontvankelijk voor smeekbedes. Gaia daarentegen is een godin die dicht bij de elementen en natuurkrachten staat. De boeren van het oude Griekenland betuigden eer aan Gaia en trachtten haar tevreden te stellen, niet om haar om te kopen, maar om haar hun respect te tonen. Die nood om op een respectvolle manier aandacht te besteden aan wat ons omringt is wat we verloren hebben.

Nog iets dat ik wil opmerken in verband met mijn omschrijving van Gaia als ‘prikkelbare assemblage’ is dat ik de huidige situatie niet als een ‘crisis’ beschouw. Een crisis is iets dat voorbijgaat. Nu Gaia ontwaakt is en we haar beledigd hebben, zal haar instabiele gedrag niet zomaar verdwijnen. Als we Gaia willen begrijpen zal de tweede geschiedenis waarover we het net hadden er dus een moeten zijn die verschillende verhalen omvat. De toekomst, als er al een is, zal er een zijn waarin we ons bereid moeten tonen om op verschillende niveaus met Gaia tot een vergelijk te komen (to compose with Gaia (d)). We zullen moeten beseffen dat we haar kracht als onheilspellende deelnemer in onze verhalen en ondernemingen niet zomaar kunnen negeren. Hoe we met dit soort transcendente kracht kunnen omgaan, dat is iets wat we opnieuw moeten leren. De eerste geschiedenis kent natuurlijk ook een transcendente kracht, het kapitalisme, maar het is onmogelijk om met het kapitalisme tot een vergelijk te komen.

LDC Ja, precies, ik had het jaren geleden al over een transcendentaal kapitalisme en iedereen hield me voor een idioot, maar ik ben ervan overtuigd dat we het transcendente en transcendentale, het overstijgende en allesomvattende karakter van het kapitalisme serieus moeten nemen, willen we een manier vinden om met de werkelijkheden ervan om te gaan.

IS Op het eind van de vorige eeuw is de wet van de markt oppermachtig
geworden, dwingender zelfs dan de natuurwetten, wat je daar ook onder wil verstaan. Er wordt ons gezegd dat we geen keuze hebben, dat we de markt moeten gehoorzamen. Maar er is natuurlijk ook die tweede transcendente kracht; Gaia sluipt onze typische veroveringsverhalen  binnen, verhalen over meer willen weten, maken, bezitten. Het verschil tussen beide transcendente machten is tweevoudig. Ten eerste, het kapitalisme is onverantwoordelijk. Het geeft niets om de situaties die het veroorzaakt en is niet in staat om er iets aan te doen. Gaia kan je niet onverantwoordelijk noemen, aangezien onverantwoordelijkheid betekent dat je de gevolgen van je acties kunt inschatten en je er niet om geeft. Gaia is veeleer onverbiddelijk, een beetje zoals een tornado niets geeft om wie of wat zijn pad kruist. (e) Ten tweede is het zoals ik al zei onmogelijk om met het kapitalisme tot een vergelijk te komen. Als de laatste dertig jaar ons iets getoond hebben, is het dat wel. We geloofden dat het mogelijk was te hervormen, dat we een menselijke kant van het kapitalisme te zien zouden krijgen. We weten nu wel beter. Er werken dus twee transcendente polen op ons in. En wat je ziet is natuurlijk dat de voorstanders van de eerste geschiedenis de intrusie van Gaia trachten te verdoezelen. De naam voor dat soort huichelarij
is wat mij betreft het Antropoceen.

LDC De kracht die je aan namen toeschrijft intrigeert me. Hoe kijk je naar de termen tipping point, ecomodernisme, accelerationisme en de singulariteit? Ze beschikken over een bepaalde aantrekkingskracht voor
jonge denkers, en kunstenaars in het bijzonder.

IS Ja, dat geldt ook voor het Antropoceen. Het idee is erg populair bij jonge kunstenaars. Kunstenaars hebben het gemaakt tot wat het is.

LDC Dat hebben ze denk ik met de beste bedoelingen gedaan.

IS Wat kunnen we met goede bedoelingen in een tijd van bêtise?

LDC Kan je even uitleggen wat je bedoelt met bêtise, wat een concept is uit Au temps des catastrophes?

IS Het is erg moeilijk gebleken bêtise te vertalen. In de Engelse vertaling van het boek hebben we voor stupidity gekozen, wat gerelateerd is aan stupour, een slaperige staat van gevoelloosheid. Dat is niet de beste vertaling omdat ik met bêtise iets heel actiefs voor ogen heb. Ik zou het geen duivelse kracht noemen, maar het houdt er wel van te vernietigen en elke tegendraadse formulering van de problemen die op ons af komen, onschadelijk te maken. Als je wil weten hoe dat voelt, probeer dan maar een keer een gesprek te voeren met een neoliberale econoom. La bêtise houdt zich altijd op aan de kant van de macht, of bij diegenen die zich verantwoordelijk achten voor ons, zoals een herder instaat voor zijn onhandelbare, naïeve kudde. Aan universiteiten vind je veel bêtise. Ik zou erg graag een goede vertaling vinden. Het moet iets zijn dat de actieve vernietiging van de verbeelding weet uit te drukken. La bêtise spot met iedereen die denkt dat een andere wereld mogelijk is. Het zal je vragen die wereld te definiëren en eens het je in die val heeft gelokt, zal het al je ‘irrationele’ hoop verbrijzelen.

LDC Hoe verhoudt la bêtise zich tot het concept van les petites mains van het kapitalisme, dat je introduceert in La sorcellerie capitaliste?

IS Er is een verband, maar kapitalisten zijn niet de grootste vertegenwoordigers van la bêtise. La bêtise vind je voornamelijk op het niveau van de staat, die de verantwoordelijkheid opneemt voor ons. Zij die zich verantwoordelijk achten zijn bêtes, maar ze zijn ook in zekere mate oprecht. Zelfs wanneer ze beseffen dat ze leugens verkondigen, zien ze hun leugens als een nobele noodzaak. Een van de problemen waar ik met La sorcellerie capitaliste een antwoord op wilde vinden, was hoe we ons kunnen distantiëren van het vaak herhaalde verwijt dat we allemaal schuldig zijn, allemaal deel van het systeem. Tot op zekere hoogte is dat natuurlijk zo, maar het is niet bepaald een interessante waarheid. Een belangrijke vraag voor Philippe Pignarre en mij, toen we het boek schreven, was hoe diegenen te begrijpen die zelf niet aan de macht zijn maar zijn aangeworven om te waken over de stabiliteit van het systeem en elk idee dat aan een andere toekomst werkt te ontmoedigen. Zij zijn ‘les petites mains’, de kleine helpende handjes, de handlangers van het systeem.

Ze lijken wel een leger van efficiënte loodgieters, die elk lek dichten zodra het zich voordoet. Zodra wat Deleuze en Guattari een ‘vluchtlijn’ noemen verschijnt, staan ze klaar om ervoor te zorgen dat die mogelijkheid weer verdwijnt. (f) Dit doet me overigens denken aan een verhaal dat zich een tijd geleden in mijn hoofd heeft genesteld. Ik voel me soms als Donna Haraways bag lady; ik verzamel verhalen en die komen er dan op willekeurige momenten uit. Er was dus een keer een overheidsbediende voor wie het een erezaak was om in de huizen van de werklozen te gaan kijken of er geen twee tandenborstels in de badkamer te vinden waren. Dat zou namelijk betekenen dat er sprake was van fraude en dat er werd geprofiteerd van de steunmaatregelen. Die vrouw was zo vol van haar plicht dat, toen ze tijdens een interview werd aangespoord om te reflecteren op haar taak, ze helemaal verstijfde. Ze voelde zich persoonlijk aangevallen. Voor een petite main is het idee dat een andere wereld mogelijk is niet zomaar een illusie. Het is ondraaglijk, een aanslag op haar persoon – haar ziel was gevangen genomen. Je vindt ze overal, die helpende handjes; het kunnen journalisten zijn of leraren.

LDC Dat doet me denken aan de manier waarop het spook van het managementdiscours zijn triomfantelijke intrede heeft gedaan in universiteiten en kunstacademies. Je ziet echt dat mensen zich vereenzelvigen met die holle concepten. Het marketing- en managementdiscours heeft de kapitalistische ideologie overal verspreid. Wat te denken van tipping point of omslagpunt: lege retoriek of interessant idee?

IS Het is nogal moeilijk om iets over omslagpunten in het algemeen te zeggen. Het hangt er allemaal van af welk proces er omslaat. Als het over het klimaat gaat, kondigt een omslagpunt doorgaans iets negatiefs aan. Het wordt gebruikt om duidelijk te maken dat er geen weg terug is,
zoals wanneer een proces dat is uitgelokt door broeikasgassen plots uit zichzelf begint te versnellen. Dan weet je dat het klimaat onherroepelijk veranderd is. Er hebben zich in het verleden al verschillende van die omslagpunten voorgedaan, en het waren telkens periodes van massavernietiging die om een herstel van miljoenen jaren vroegen. En met herstel bedoel ik geen terugkeer naar de oorspronkelijke staat. Gaia heeft zich hersteld als een veranderde assemblage.

LDC Je hebt het nu over het uitsterven van de dinosaurussen, dat soort gebeurtenissen?

IS Ja, maar zo zijn er wel meer geweest. Je zou kunnen stellen dat we ons nu in de zesde massa-extinctie bevinden. Maar omslagpunten hoeven niet negatief te zijn, al worden de positieve vaker gemist dan gerealiseerd. Neem nu het protest tegen het Notre Dames des Landes vliegveld. Had François Hollande zich vlak na de klimaatconferentie van Parijs in 2015 (COP21) tegen het vliegveld uitgesproken, dan was dat een omslagpunt geweest voor het politieke discours over de klimaatverandering. Maar het is meestal ‘history’ die de omslagpunten teweegbrengt, en ze brengen zelden goed nieuws. ‘Herstory’ heeft er geen gecreëerd.

LDC Moeten we die ‘history/herstory’-tegenstelling niet een beetje nuanceren? Margaret Thatcher en Ayan Rand, twee van de meest utopische denkers van de ondernemende geest, waren tenslotte vrouwen.

IS Maar, Lieven, daar gaat het helemaal niet om. Ik heb het over Gaia, niet over Thatcher. Thatcher is een onderdeel van de eerste geschiedenis. De rol van vrouwen in de geschiedenismoet nog blijken.

LDC Begrepen. Laten we verdergaan met de toekomst. Hoe moeten we ons verhouden tot het omslagpunt van de Artificiële Intelligentie, het idee dat er binnenkort een intelligentie wordt ontworpen die onafhankelijk is van en veel beter dan de menselijke intelligentie? Dat is wat er meestal wordt bedoeld met het begrip ‘de singulariteit’. (g)

IS Het omslagpunt in relatie tot ‘de singulariteit’ is er een zonder dynamiek omdat we niet weten wat menselijke intelligentie is. Ik ben niet intelligent uit mezelf, op mijn eentje. Ik word intelligent gemaakt door de omgeving die me doet denken. Die hele obsessie met berekenen wanneer we eindelijk ‘de singulariteit’ zullen bereiken is nonsens.
Het is propaganda.

LDC Daar ben ik het volledig mee eens. Het is niet alleen propaganda, het is een vorm van theologie, of mythevorming.

IS Dat klopt. En het is slechte theologie, slechte mythevorming op de koop toe. Het is waardeloos. Als theologie je ding is, lees dan science fiction. Daar krijg je tenminste nog een goed verhaal. Lees David Brins Existence. Je zal er misschien hoop uit putten.

3. De GGO-gebeurtenis
‘Als de GGO-zaak een gebeurtenis was, dan is dat omdat ze daadwerkelijk een leertijd heeft weten te creëren, ze heeft vragen opgeworpen die zowel de wetenschappelijke experts als de vertegenwoordigers van de Staat hebben doen stotteren, die soms zelfs politici aan het denken hebben gezet, alsof er zich plots een hele wereld aan problemen die zich nooit hadden gesteld aan hen openbaarde. Het is eigen aan elke gebeurtenis dat ze een toekomst met zich meebrengt die ervan zal erven, in dialoog met een verleden, waarover op een andere manier wordt verteld.’

LDC Ik denk dat de term ‘gebeurtenis’ hier helemaal op zijn plaats is. Voor Barbara Van Dyck werd ontslagen door de KU Leuven in 2011, wist ik niet eens af van het bestaan van een testveld van genetische gemodificeerde aardappelen in Wetteren. Plots werd er echter een hele constellatie van krachten zichtbaar, en dat zette ons aan het denken. Deze constellatie omvatte de universiteit, de privatisering van kennis, de privatisering van zaden, het criminaliseren van activisme… Voor mij is dat een slechts paar jaar geleden allemaal duidelijk geworden, maar jij noemde GGO-activisme al een gebeurtenis in 2004 of misschien zelfs nog vroeger.

IS Ik maakte zelf ook deel uit van een protestactie. Ik werd niet ontslagen, maar samen met anderen werd ik wel vervolgd voor de eerste Belgische decontaminatie van een veld in de buurt van Namen. Dat was in 2000. De 21e eeuw heeft me echt veranderd. Ik ben een dochter van de GGO-gebeurtenis. Die situatie heeft me gevoed, niet met
informatie maar met affect – ze heeft me geaffecteerd. De kennis die eruit voortkwam had een kruisbestuivend effect: marxisten interesseerden zich voor de landbouw en het uitwisselen van zaden onder boeren. Zelfs wetenschappers raakten erbij betrokken. Ik zeg ‘zelfs’, omdat veel wetenschappers petites mains geworden zijn, helemaal in de ban van de competitieve vernieuwing. De GGO-gebeurtenis geeft me hoop omdat ze niet zomaar zal verdwijnen. Er is een nieuwe eenheid ontstaan onder mensen; niet de eenheid van de mobilisatie, waarbij één iemand een massa toespreekt, maar een meervoudige strijd. De GGO-gebeurtenis was het prototype van het soort strijd, van de kennisproductie en van de manier om zich aandachtig tot de wereld te verhouden, die door de verschillende verhalen van de tweede geschiedenis moeten worden verteld.

LDC Wat er in Wetteren is gebeurd, heeft een grote weerklank gehad in Vlaanderen. Het heeft het politieke landschap veranderd. Ik denk dat we zelfs van een omslagpunt kunnen spreken. Het is nu niet meer mogelijk om stiekem GGO’s te introduceren in Vlaanderen, wat men wel van plan was.

IS Ja, er waren veel redenen om te protesteren en daar is een heterogene consistentie uit gegroeid. Verschillende projecten en mensen hadden elkaar nodig. Hun verhalen kunnen nu niet meer uit elkaar gehaald worden, terwijl wat we ‘vooruitgang’ noemen die precies van elkaar had gescheiden. Omdat dat is gebeurd, leven we nu in een andere wereld. De geschiedenis van de landbouw, bijvoorbeeld, werd vroeger altijd voorgesteld als een rationeel verhaal over de vooruitgang van de landbouw. Plots raakte dat nette vooruitgangsnarratief verstrengeld met verhalen over de industrialisatie van de landbouw én over privatiseringen én over land grabbing. Het is door de GGO- gebeurtenis dat het idee van een landbouwecologie heeft kunnen wortel schieten. En omdat wat er nu binnen de ecologische landbouw gebeurt, teruggaat op een tijd toen veel volkeren iets dergelijks beoefenden, hebben ze ook een alternatieve geschiedenis mogelijk gemaakt. De geschiedenis van de landbouw is er nu een van een heterogeniteit aan praktijken. Wat vooruitgang is, is niet meer zo duidelijk en wat vernietigd werd in de naam van vooruitgang kan weer de kop opsteken.

LDC Kunnen die nieuwe narratieven verteld worden binnen de muren van onze academische instellingen?

IS Misschien. Aan het begin van mijn carrière was ik helemaal ondergedompeld in de wetenschappen. Ik hield ervan samen met wetenschappers te denken en te schrijven, en ik hield van de wetenschappelijke praktijk omdat er in een collectief werd gewerkt. Het was een collectieve intelligentie. Onze huidige kenniseconomie heeft zulke collectieven vernietigd. Nu moet elke wetenschapper zijn of haar eigen succes maken. Hij of zij moet de innovatie dienen, in plaats van een specifiek collectief en interdependent project. Een vitale kwestie voor mij is de ‘civilisering van de wetenschap’. Kunnen we ervoor zorgen dat de wetenschap ophoudt met het dienen van wat het vooruitgang noemt? Kunnen we een meer inclusieve collectieve intelligentie ontwikkelen? Een belangrijke eerste stap is denk ik dat we vertragen. (h) De wetenschappers van vandaag worden opgeleid om geen vragen te stellen buiten hun veld. Het verspillen van tijd wordt als hoofdzonde gezien. Ze dienen ‘de opmars van de kennis’. Ze zijn het brein, en ze mogen niet gestoord worden door het lichaam, dat log en traag is. Snelle wetenschap is als fastfood: brandstof voor de ratrace. De GGO-gebeurtenis heeft me opnieuw een collectieve wetenschap getoond, een waarnaar we kunnen terugkeren door te vertragen. Ik denk dat de toekomst van het zoeken naar een vergelijk met Gaia niet zonder de wetenschap kan, maar aan het soort wetenschappers van vandaag hebben we niet veel.

4. Kosmopolitiek en de commons
‘Een politieke ecologie vraagt ons eerst en vooral om de wetenschap “in de politiek te brengen”, maar dat betekent niet […] dat we de wetenschappen herleiden tot politiek of “politiseren” en zo hun “neutrale positie” besmetten.’

‘Het kosmopolitieke vertragen vereist dat we denken met onze eigen verbeeldende, politieke en wetenschappelijke capaciteiten, dat we de urgentie zien als deel van een test waaraan wij worden onderworpen […] om in staat te zijn om met Gaia tot een vergelijk te komen.’

‘Wij, de erfgenamen van de destructie, de kinderen van hen die de commons werd ontnomen, niet alleen ten prooi gevallen aan uitbuiting maar ook aan abstracties die ons tot een ‘wie-dan-ook’ hebben herleid, wij moeten experimenteren: wat is er nodig om het vermogen samen te handelen en te denken opnieuw uit te vinden […] of te doen herleven?’

LDC Je hebt zeven boeken geschreven onder de overkoepelende titel kosmopolitiek, maar wat kosmopolitiek inhoudt is niet zo eenvoudig te vatten.

IS Nee, dat klopt. En dat is zeker zo nu het concept zijn eigen gang gaat. Kosmopolitiek had aanvankelijk te maken met het vertragen van het politieke spel dat we van de Grieken hebben geërfd, en waarin mensen, of meer bepaald burgers, discussiëren over het heden en plannen maken voor de toekomst. Vertragen wijst hier op de noodzaak om te discussiëren in de aanwezigheid van zij die afwezig zijn, of zij wier stem niet wordt gehoord maar op wie onze beslissingen een effect zullen hebben. Aarzeling moet kunnen inwerken op het politieke krachtenspel, de dynamiek moet kunnen haperen, zodat er plaats wordt gemaakt voor een ruimere verbeelding. Nu wordt de term kosmopolitiek voornamelijk geassocieerd met het idee van meer-danmensen, met de onmogelijkheid om welk levend wezen dan ook te scheiden van zijn wereld, of van zijn rol in wat Donna Haraway ‘the “worlding” of the world’ noemt. Er staan werelden op het spel wanneer ‘wij’ beslissingen nemen. Samen met inheemse volkeren vragen antropologen ons om de Grieken te vergeten en te kijken naar de vele werelden die het kolonialisme en het kapitalisme hebben willen vernietigen. Het punt is niet zozeer om alles en iedereen te verenigen in één wereldvrede, maar om de mogelijkheid te creëren dat ze zich op een niet-gewelddadige manier tot elkaar kunnen verhouden. Dat is het onbekende in de kosmos, en het probleem waarmee we aan de slag moeten. Kosmopolitiek houdt in dat de verwoesting die zich heeft voltrokken in de naam van de vooruitgang het onderwerp wordt van de politieke strijd. De heksenvervolging is een voorbeeld van een systeem dat erop gericht was een bepaalde wereld te vernietigen. Het was de eerste vernietiging in de geest van het kolonialisme, maar op Europese bodem. Mijn belangstelling ervoor is gevoed door het werk van de Amerikaanse schrijver, neopaganistische ‘heks’ en activist Starhawk. Wanneer zij schrijft dat de rook van de ‘brandende tijd’ nog in onze neusgaten hangt, begrijp ik dat de heksenjagers zich nog steeds onder ons bevinden, dat we voor een keuze staan – ofwel kiezen we hun kant en beschouwen we de zaak als afgedaan, ofwel geven we rekenschap van de verdachte blik of de ronduit spottende afwijzing van alles wat de status quo dreigt te ondergraven. Inzien dat ons denken gesurveilleerd wordt, schept een vreemde ervaring van vrijheid. Nog een wereld die werd vernietigd, tijdens ongeveer dezelfde periode, is die van de commons. De historische betekenis van de commons verwijst naar stukken land die werden gedeeld door een gemeenschap. Na de enclosures, eens ze waren ingelijfd in de wetgeving rond privé-eigendom, kregen ze de status van ‘vrij toegangelijke grond’, wat ertoe leidde dat ze verpieterden – alleen eigenaars zouden zorg dragen voor wat ze bezitten. De historische commons werden bestuurd door de gemeenschappen, het gedeelde belang was om het stuk land zo te gebruiken zonder er roofbouw op te plegen zodat het kon worden doorgegeven aan volgende generaties. Het idee heeft recent een soort comeback gemaakt toen programmeurs hun wereld bedreigd zagen door intellectuele eigendomsrechten en virtuele enclosures, privatiseringen of afbakeningen. (i) IT’ers begrepen veel beter dan wetenschappers dat de nieuwe kenniseconomie hun ambacht, hun collectieve intelligentie, onmogelijk zou maken. De vernietiging van de oude commons en de heksenjacht zijn twee kanten van de uitroeiing van de oude boerengemeenschappen in naam van de vooruitgang, en dus ook in naam van ‘de burger’ en de ‘homo oeconomicus’, als de dubbele figuur van de moderne individualiteit. De staat en de markt, met andere woorden, hebben ons genaaid door ons vermogen gezamenlijk te denken te versmoren. Het feit dat de commons nu een soort wedergeboorte doormaken kan je zien als een belangrijk aspect van ‘herstory’, van onze capaciteit om onze verwoeste werelden terug te eisen. Daar horen de universiteiten overigens ook bij. Terugeisen houdt in dat we herwinnen waarvan we werden gescheiden. Bekijk het als een Nietzscheaanse beweging; de priesters hebben ons gescheiden van onze kracht. Maar terugeisen is geen agressieve daad, het vraagt om een genezingsproces waarbij we kunnen herstellen van de scheiding. De heruitvinding van de commons past in dat verhaal. We moeten kunnen herstellen van het individualisme en van het cliché dat het individualisme ons bevrijd heeft van de verstikkende sociale controle die de gemeenschappen van het verleden in haar greep hield. We moeten het verleden andere verhalen geven, herstories, en dat houdt in dat we de mythe doorprikken die ons voorhoudt dat het individualisme ons heeft verlost van een tirannieke vorm van samenleven.

Noten

  1. Alle citaten zijn afkomstig uit In Catastrophic Times: Resisting the Comming Barbarism (Open Humanities Press, 2015), dat in het Frans verscheen als Au temps des catastrophes: Résister à la barbarie qui vient (La Découverte, Parijs, 2009).
  2. De Cauter verwijst hier naar zijn tekst ‘Afterthoughts on posthistory’ in zijn boek Entropic Empire (Rotterdam, nai010 publishers, 2012). Voor het Burning Ice Festival had hij van de onmogelijke vraag – kunnen we uit de geschiedenis vallen? – een installatie met video en lichtschermen gemaakt, die stond opgesteld in de foyer van het Kaaitheater. De monumentale slogan ‘PESSIMISM IN THEORY OPTIMISM IN PRACTICE’ is een restant van die installatie en hangt nog steeds in de foyer. De titel van de hele installatie en het event was ‘Welcome to posthistory. A work i/on progress’.
  3. d ‘Composer avec Gaia’ of ‘to compose with Gaia’ is een frase die Stengers doorheen haar werk gebruikt. In navolging van Rokus Hofstede vertaal ik de frase hier als ‘tot een vergelijk komen met Gaia.’ Stengers bedoelt ermee dat we een nieuwe relatie met, of een verhouding tot, het ecosysteem dat ons omringt moeten vinden. Dat systeem is complex, kwetsbaar, maar ook uiterst gewelddadig. Het is een non-lineaire assemblage van krachten en we moeten er een soort vrede mee zien te sluiten. Het is bovendien een anoniem systeem dat niets om ons geeft. Dat verklaart waarom Stengers, in navolging van Lovelock, voor de naam Gaia kiest, die verwijst naar een godin zonder vorm, van vóór de (Olympische) goden. In een erudiet en ambitieus boek dat voortbouwt op Stengers’ inzichten, noemt Bruno Latour die nieuwe relatie ‘facing Gaia’. Zie: Bruno Latour, Face à Gaia, Huit conférences sur le nouveau régime climatique, La Découverte, Parijs, 2015.
  4. e Stengers’ kijk op animisme heeft niets te maken met een New Age-mystiek van een welmenende subjectiviteit die zich in de kosmos zou schuilhouden. Zie haar tekst ‘Reclaiming Animism’ die online te vinden is. Gaia moeten we ver boven of vóór elke vorm van ethiek situeren. En het kapitalisme, dat door mensen werd opgezet en aangestuurd, heeft natuurlijk alleen maar de schijn van een natuurkracht. Een crisis van het kapitalisme, of om het even welke crisis, is geen daad van God, maar duidt op cynisch, onverantwoordelijk gedrag. Denk aan de olielobby die de ontkenners van de klimaatverandering betaalt. De oppositie tussen kapitalisme en het klimaat is op een meer journalistieke manier uitgewerkt door Naomi Klein in This Changes Everything. Capitalism vs. The Climate (2014).
  5. f In zijn noten bij Gilles Deleuzes en Felix Guattari’s A Thousand Plateaus schrijft de vertaler Brian Massumi het volgende over de Franse term ligne de fuite: ‘fuite covers not only the act of fleeing or eluding but also flowing, leaking and disappearing into the distance (the vanishing point in a painting is a point de fuite). It has no relation to flying’.
  6. g De Cauter verwijst hier naar een cyberpantheïstisch cultboek: The Singularity is Near. When Humans Transcend Biology, geschreven door cybergoeroe Ray Kurtweil. Het boek is online te vinden. Hoe marginaal Kurtweils cybermystiek ook mag lijken, het helpt ons de premissen van een populaire technofilie en van het onkritisch toejuichen van innovatie beter te begrijpen.
  7. h Isabelle Stengers schreef daar, naar aanleiding van het slow science
    manifesto, een boek over: Une autre science est possible! Manifeste pour un ralentissement des sciences, Parijs: La Découverte. 2013.
  8. i Facebook is zo’n enclosure, zo’n omheining of afbakening. Het verdient geld aan onze vriendschappen en berichten. Het zou een open platform moeten zijn, zoals Wikipedia. Het nepnieuws dat op Facebook circuleert toont de vernietigende kracht ervan, ook in politieke termen. Nog duidelijker is natuurlijk de privatisering van zaaigoed door multinationals, terwijl zaaigoed geen wilde planten zijn waar zij door er een aantal genen in te manipuleren de rechtmatige bezitter worden, maar een gemeengoed dat millennialang is veredeld en gedeeld door boeren.