manieren om de materie te organiseren

de zwak gefermenteerde gesteltenis van het
einde, gaskolommen waar lichthaakjes doorheen
snijden; gerichte verbrekingen, omgewoelde
verbindingskamers; een stem ondergebracht in
partikels die een ophoging maken; de realiteit van
gescheiden symbolen met de vanbinnen trillende
leegtes van de deelname; de stem, doorwoeld door
de ophoging, schuimt voordat het blootgelegde
landschap de gletsjer nakijkt, de inzakking van de
circulaire aantrekkingskracht oproepend; scherven
van metgezellen, ondergedompeld in het rode zand;
terwijl het zich aandrukt tegen een brokstuk van een
boom laat een tijdelijk verstand het gezichtsvermogen
stukvallen op het verschralende oppervlak

bollen van gelijkmatig gedonder van een
waterkrachtcentrale die de materie doen ontploffen
als een steen rondom de centrale; uitbarstingen
van kleurloze blokkades binnenin de buis van het
lichaam, betrokken bij het verval en zich opnieuw
samenpersend in de wet; de realiteit bij het teken
bestrijdend, of eerder met het alarm van de inname
evenbeelden organiserend vanaf het begin van de
bekrachtiging van de handelingen met verwerkte
materialen; overblijvende schokken van de wederzijdse
opslokking; het breken van de mand met de
graanmatrijs, aantonend wie er vasthoudt, in het
magma van het scherm; en bloed, gestold in het gat
van de gletsjer, zijn plek in de achtergebleven buizen
van het lichaam dat vervangen is door een stroom
onbekende partikels, door de melancholische materie
van de gletsjerbetekenis, waar hij in het fragment
schreeuwt, maar er al niets meer mee kan aanvangen

manieren om de materie te organiseren, wanneer het
ondergeschikte overal ligt, de buitenwaartse beweging
verdergaat, besloten in de crypte van het verval:
modder, klei, gebundelde waarden, de staking van de
code, het gezicht, opgeheven in het grijze licht terzijde
van het lichaam; de oppervlakkige hoop van het schot
op het schot, een staking van de medeplichtigheid die
de tegemoetkomende woorden blokkeert; oceanen van
vezels van voedsel dat is getransfigureerd door een
ongelukkig bewustzijn; een warm dopaminefragment,
omlaag gebogen door een moeilijke beweging boven
een uitdovende schreeuw van een plant in de buik van
een heuvel, partikels die zich van daaruit een uitweg
naar buiten zoeken; zelfbewuste buizen, afgebonden
met een doorzichtige katheder; en bloed dat een
minimale tussenruimte bespeelt; het frameproces van
de tijd, opgerold tot een rapport over de deelname
aan het andere; maar ook degene die in het verval het
listige binnenste leest, de aarding van het terrein van
de politiek naar de gletsjer

we komen samen in deze plek, jij zal doorlopen langs
de weg van het zichzelf vernietigende bericht, om de
vlag neer te halen voor de uitweg van morgen naar
het veranderde veld, omheind door een onduidelijke
uittocht; een geschiedenis in deze trant: in de strijd
van de tegenstellingen komt het monolithische samen
van de ingebeelde democratieën van de uitbarsting;
deelname aan de handeling analoog aan de uitweg,
wanneer het zwarte langs alle kanten samendrukte,
gepoogd werd een weg te banen langs de top van
de lege betekenis, om de verdere aanvaring met
paralyserende gelederen, hun machines te ontlopen;
wanneer ze zegt: wij zijn ter plaatse of nog niet daar
of ik verlies me ik heb gewoon de vlag niet te pakken
ik houd hem ergens binnenin een optische vezel;
colonnes voedsel dringen de structuur van de gletsjer
binnen waarop we ons bevinden; je klampt je vast
aan een eilandje van het rubberen noppenoppervlak,
je kijkt door het traliewerk van de kosmische
achtergrondstraling hoe de brokken van de deelname
zich in paniek op elkaar storten; je zal zeggen dat
het slecht georganiseerd was deze gebeurtenis
of het probleem zat in de onderlinge verhouding
zelf van de delen in het ontbrekende geheel; het
gezichtsvermogen is uitgerukt richting zijn verlengde
alleen naar binnen toe