Arno Schmidt global

Nu men in Duitsland uitkijkt naar de officiële voorstelling begin oktober van de gezette versie van Zettel’s Traum (1970), Arno Schmidts ‘mammoet=boek’ dat tot dusver enkel als facsimile-typoscript verkrijgbaar was, is het goed om even stil te staan bij de receptie van deze uitzonderlijke auteur in de Lage Landen. Dat deed Iannis Goerlandt (redactiesecretaris van nY) in een bijdrage voor de bundel Arno Schmidt global, uitgegeven door Friedhelm Rathjen.

 

Goerlandt gaat in op de vroege receptie in de Vlaamse pers, waar in de jaren vijftig o.a. Urbain Van de Voorde (contra) en Ivo Michiels (pro) een ideologische loopgravenoorlog uitvochten. In de jaren zestig waren er verschillende publicaties in literaire tijdschriften, onder meer Henk L. Mulders vertaling van Schmidts debuut ‘Leviathan of De beste van alle werelden’ voor Tirade. Er bestond ook een levendige belangstelling voor Schmidts nog onvertaalde werk in de groep rond de Vlaamse tijdschriften BOK en Komma en de Brugse uitgeverij De Galge, met o.a. Paul de Wispelaere, Julien Weverbergh en Willy Roggeman.

Terwijl in de grote kranten de aandacht voor Schmidt geleidelijk aan verslapte, bleef hij aanwezig in de tijdschriften, bv. in De Revisor, waar Kees ’t Hart een enthousiast leesverslag bij Schmidts psychoana(a)lytische studie over Karl May publiceerde. In de jaren zeventig en tachtig oefende Arno Schmidt invloed uit op auteurs als Jacq Vogelaar en Sybren Polet, die in Xpertise of De experts en het rode lampje (1978) hommage bracht aan de erotische passages in Schmidts dystopische roman Die Gelehrtenrepublik. Eind jaren tachtig verscheen ook een tweede vertaling (het verhaal ‘Gadir of Ken u zelve’, door Willem Oranje), ditmaal in Raster. Interessant is ook Eric Verbugts compositie ‘Bilder (aus dem Novecento)’ (1994), met een libretto dat teruggaat op het postuum uitgegeven typoscript Julia, oder die Gemälde.

Vanaf 1994 zet Jan H. Mysjkin zich onvermoeibaar in om Schmidts werk vertaald te krijgen. Een eerste belangrijk feit is het dossier dat yang aan Schmidt wijdt, met daarin een vertaling van de theoretische essays ‘Berekeningen’, het verhaal ‘Enthymesis of H.I.J.H’ en een introductie (nu ook online beschikbaar). Ook in andere literaire tijdschriften verschijnen kortverhalen. Na veel omwegen slaagt Mysjkin er uiteindelijk in de novelles uit de trilogie Nobodaddy’s Kinder uit te geven bij Perdu, en in 2002 volgt bij uitgeverij IJzer nog Meerlandschap met Pocahontas. Hoewel de pers, ook de grote media, best wel aandacht besteedde aan deze vertalingen, vinden ze moeilijk hun weg naar het publiek. Een van de redenen daarvoor is zeker de schizofrene receptie: in België is die vol lof, ook over het sappige Vlaams waarin Mysjkin Schmidts werk vertaalde, in Nederland torpederen recensies van collega-auteurs als Graa Boomsma en Jacq Vogelaar het voorzichtige succes. Vogelaars negatieve recensie drukt vooral de ontgoocheling uit over Schmidts latere werk, maar het kwaad is geschied.

Na Meerlandschap met Pocahontas wordt het erg stil rond Schmidt. Natuurlijk geniet Schmidt een zekere bekendheid en klinkt de geest van zijn werk bij sommigen nog door, bv. bij auteurs als J.Z. Herrenberg, maar er verschijnen geen vertalingen meer. Tot in 2010: dan publiceert nY het vroege fragment ‘Brussel’.

Van nY #5, met daarin de vertaling van ‘Brussel’ en een commentaar door Iannis Goerlandt, zijn nog enkele exemplaren beschikbaar. Nabestellen kan via het secretariaat.